Zoek op trefwoord in al mijn blogartikelen

donderdag 16 juni 2011

Wordt metadata bij afbeeldingen overbodig?

Het lijkt er inderdaad op dat metadata toevoegen aan foto's overbodig aan het worden is.

Google heeft vandaag op hun ‘Inside Search’ event een aantal nieuwtjes laten zien waaronder ‘Zoeken op basis van een afbeelding’. Ik was verbaasd dat de functionaliteit al operationeel was en heb het dus meteen maar even uitgeprobeerd.

Wanneer je naar images.google.com gaat en op het icoontje klikt van het fototoestel wordt je in de gelegenheid gesteld om een afbeelding te uploaden. Daarna geeft Google aan wat het onderwerp op de foto betreft plus een aantal vergelijkbare afbeeldingen. Met name het eerste is natuurlijk interessant want wat nu als je foto’s hebt waarvan je niet meer precies weet wat er op staat? Met een beetje geluk weet Google dus raad! 

Ik heb getest met wat eenvoudige afbeeldingen van de Eiffeltoren en de toren van Pisa en die worden probleemloos herkend maar van een Stupa in Nepal waarvan ik de naam echt zelf eerst in mijn reisverslagen moest opzoeken bleek ook juist te zijn! 

Toch bleken er ook nog wel veel onderwerpen niet herkend te worden zoals de Mount Everest. Dit terwijl Google vandaag juist een afbeelding van een berg had gebruikt om de functionaliteit te demonstreren... 
Het kan natuurlijk zijn dat mijn foto net niet onder de goede hoek is genomen. Zo had ik twee vergelijkbare logo’s van een autofabrikant gebruikt waarvan de ene wel werd herkend en de andere (iets vervormd zoals je kunt zien in het filmpje) niet.

Google geeft aan dat de technologie die hier wordt gebruikt dezelfde is als die van Google Goggles for mobile en alleen iets aangepast voor desktopgebruik. Volgens de berichten zouden er een aantal manieren moeten zijn om afbeeldingen concreet als zoekopdracht aan Google aan te bieden maar de drag-and-drop functie heb ik niet kunnen ontdekken. ‘Gewoon’ uploaden is echter ook heel gemakkelijk (zie evt. m’n filmpje) en er schijnen ook Chrome en Firefox uitbreidingen te komen waarmee je het rechtstreeks vanuit de browser kunt doen.

Het lijkt er dus op dat metadata niet meer de enige mogelijkheid is om je afbeeldingen terug te vinden. In ieder geval wanneer het gaat om afbeeldingen van min of meer bekende zaken als gebouwen, logo’s, artiesten en dergelijke. 

Echter wanneer het gaat om begrippen, uitdrukkingen en andere zaken waar echt menselijke interpretatie voor nodig is dan denk ik dat het nog wel even duurt voordat dit kan worden geautomatiseerd. Voor het bulkwerk zie ik hier echter goede mogelijkheden dat de fotograaf in de nabije toekomst flink wat werk uit handen zal worden genomen.

Zie hier een aantal van de voorbeelden die ik even snel heb getest en ga er zelf natuurlijk ook gerust even mee stoeien!

woensdag 1 juni 2011

Opslagruimte voor de fotograaf


Storage
Als fotograaf heb je altijd en in een toenemende mate, behoefte aan een betrouwbare opslag voor al je fotomateriaal. Wat zijn de aspecten die hierin een rol spelen en hoe weeg je ze tegen elkaar af om tot een voor jou goede situatie te komen? Enkele aspecten die in ieder geval een rol spelen zijn:
  • De hoeveelheid opslagruimte
  • Redundantie (beveiliging tegen gegevensverlies)
  • Toegang tot de gegevens (hoe en de snelheid er van)
  • Kosten
Hoeveelheid ruimte
Op dit moment (mei 2011) kom je, wanneer je meer dan 3 Tb ruimte nodig hebt, uit op een systeem die meerdere harde schijven combineert. Veelal is dat dan concreet een multibay NAS of een DAS. NAS staat voor Network Attached Storage, dus opslagruimte die bereikbaar is via je netwerk.
De D van DAS staat voor Direct en dat gaat dus over opslagruimte die rechtstreeks met je computer verbonden is via USB, FireWire of eSATA.  Een voorbeeld hiervan is het onder fotografen populaire Drobo. Het voordeel hiervan boven een NAS is natuurlijk de snelheid, met name bij grote bestanden kan dit van doorslaggevend belang zijn.

Wanneer je het kunt doen met 3 TB of minder dan heb je alternatieven in de vorm van opslag met een enkele harde schijf, hierover verder in het artikel meer.

Redundantie (niet hetzelfde als back-up…)
Een harde schijf zal ooit defect raken en dat kan van het één op het andere moment zonder waarschuwing vooraf. Daarbij is de kans heel reëel dat je de data die er op staat verliest. Vanzelfsprekend maak je op geregelde tijden een back-up maar de data waar je de afgelopen uren (of dagen, afhankelijk van wanneer de recentste backup was) aan hebt gewerkt is dan wel verloren. Het mechanisme wat hiertegen bedacht is heet RAID (Redundant Array of Independent Disks). De materie is te complex om hier even uit te leggen, geïnteresseerden kunnen hier op Wikipedia gedetailleerde informatie vinden. 

Waar het in het kort op neer komt is dat bij RAID alle data verdeeld wordt over meerdere harde schijven. Hierbij blijven alle gegevens behouden wanneer een van de harde schijven uit valt. Het eerder genoemde Drobo werkt hierbij overigens iets anders dan RAID maar het principe van data verdeling over alle harde schijven is hetzelfde. Bij uitval van een van de harde schijven kan deze worden vervangen door een nieuwe . Vervolgens zullen alle gegevens weer over  alle schijven verdeeld worden waarmee de RAID weer is hersteld. Een tweede eigenschap van een RAID is de beschikbaarheid van je data. Ook wanneer er een harde schijf defect raakt zul je gewoon bij je bestanden kunnen blijven komen. Dit aspect speelt met name een rol bij belangrijke deadlines.

Een RAID kent overigens wel een bepaalde overhead, dat wil zeggen dat er netto opslag ruimte verloren gaat. Een RAID van 3 schijven van ieder 2 TB is dus niet 6 TB groot maar circa 4. Deze overhead is zeg maar de ‘verzekeringspremie’ voor het redundant opslaan van je gegevens.
Waar een enkele harde schijf dus in eerste instantie een single-point-of-failure was, is hij dat in het geval van een RAID of iets vergelijkbaars niet meer.
Echter bestaat er (helaas) nog zo’n single point of failure en dat is de NAS zelf. Stel dat niet een van de harde schijven maar het NAS-apparaat zelf defect raakt? Meestal is dan (exact) dezelfde hardware nodig om de data op de harde schijven weer te kunnen benaderen. Wanneer deze hardware niet meer verkrijgbaar is, kan het dus zijn dat de data niet meer benaderbaar is of alleen via gespecialiseerde (lees dure) data herstel bedrijven. Kortom; hoe redundant is redundant eigenlijk?

Een oplossing voor dit probleem is om NIET een multibay NAS te gebruiken maar een NAS met een enkele harde schijf. De redundantie verzorg je dan door er een externe harde schijf op aan te sluiten van hetzelfde formaat als de harde schijf die in de NAS zit. Wanneer je deze combinatie zo configureert dat de data van de NAS wordt gerepliceerd op de externe harde schijf dan kun je altijd bij je data. Het maakt dan niet uit wat er stuk gaat; een van de harde schijven, de NAS of de externe HD. Er mogen zelfs meerdere componenten tegelijk stuk gaan, je zult toch nog bij je gegevens kunnen!

Toegang
Een NAS geeft toegang tot de data via het Netwerk waarmee in principe alle computers in het netwerk toegang kunnen worden verleend. Bij een DAS is de toegang meestal beperkt tot de computer waarop hij is aangesloten of is het in ieder geval veel lastiger om toegang voor andere computers te regelen. De snelheid is bij een DAS weer (veel) hoger en in de praktijk zullen deze dan ook deze twee zaken  tegen elkaar worden afgewogen om tot een keuze te komen. 
Met de toegenomen netwerksnelheid worden NASsen echter veel vaker gebruikt tegenwoordig.

Kosten
Voor de afweging multi-bay NAS (DS 211) of single-bay NAS (DS 111) + externe HD heb ik gekeken naar een populair merk; Synology en ik heb twee apparaten met elkaar vergeleken die qua specificaties verder gelijk zijn. Het betreft natuurlijk een momentopname (juni 2011) en de prijzen zullen variëren maar ik veronderstel dat de geconstateerde verschillen niet substantieel zullen wijzigen. De prijzen komen trouwens van de memoryshop.nl en voor de harde schijven heb ik WD’s gekozen. Voor intern de Caviar Green van 2 Tb en voor extern de My Book Essential van 2 Tb:

Een NAS met 2 harde schijven blijkt dus niet alleen in absolute zin duurder dan een NAS met 1 schijf + een externe HD maar ook relatief...
De functieomvang en performance is in deze vergelijking exact dezelfde alleen kent de duurste set wel een single-point-of-failure en de goedkoopste niet.

Mij lijkt de goedkoopste variant dan ook nog eens de veiligste!

Ten slotte
De vergelijking 2-bay-NAS met een 1-Bay NAS + een externe HD is, zoals aan het begin aangegeven, alleen interessant voor de fotografen die voorlopig even vooruit kunnen met 3 TB. Daarbij is het overigens  verstandig om niet al ver vooruit te lopen op toekomstige behoefte omdat de schijven steeds groter worden en de kosten dalen. Alle ruimte die je nu dus in het voren in koopt, koop je per definitie het duurst in. 

Mocht je aan 3 Tb niet voldoende hebben dan kom je automatisch uit op multi-bay systemen. Koop dan iets met minimaal 4 schijven omdat een RAID overhead kent die (relatief) afneemt naarmate er meer schijven ‘mee doen’. Bovendien kun je dan RAID configuraties maken (RAID 6) die uitval van meerdere harde schijven toestaan. De single-point-of-failure voor wat betreft het NAS-apparaat zelf blijft hier wel bestaan natuurlijk.

Het is waarschijnlijk (hopelijk) overbodig om te melden dat een goed ingerichte en redundant uitgevoerde opslag je niet vrijwaart van een degelijk back-up!?

Opmerking juli 2014: Hoewel de type aanduidingen van de genoemde apparaten al niet meer aktueel zijn en de bedragen waarschijnlijk ook niet gaat het verhaal nog steeds op voor de huidige modellen.

iPad inzetten als Porfolio?


Steeds meer fotografen ontdekken de iPad als nieuwe manier om hun portfolio aan geïnteresseerden te presenteren. Daar waar een fysieke portfolio relatief veel werk kost om actueel te houden is dat bij de iPad veel gemakkelijker. Naast het up-to-date houden van je portfolio, zonder dat daar kosten aan verbonden zijn, kun je hem eenvoudig telkens aanpassen aan je (wisselende) publiek.

Net als bij een fysieke portfolio wil je natuurlijk wel dat je foto’s op hun best gepresenteerd worden en Matt Kloskowski heeft daarvoor alweer een poosje geleden een tweetal presets samengesteld waarmee je vanuit Lightroom foto’s kunt exporteren die geoptimaliseerd zijn voor het iPad scherm.
Het viel Matt namelijk op dat de foto’s er veel beter uit zien wanneer de afmetingen exact overeenkomen met die van het iPad scherm. Beter dan wanneer je iPhoto of de iPad zelf de foto’s laat resizen.

Lees hier op ‘Adobe Photoshop Lighroom Killer Tips’ Matt zijn ervaringen,  je kunt er bovendien zijn presets downloaden.