Zoek op trefwoord in al mijn blogartikelen

maandag 1 juni 2009

Een gratis digitaal foto beheer (DAM) oplossing?

Wat verstaan we eigenlijk onder een DAM oplossing?
Buiten de voor de hand liggende zaken als opslag, back-ups, fotobewerking kent een fotobeheer applicatie ook andere  eigenschappen waarvan er twee wel heel belangrijk zijn:


  • Een goede zoekfunctie om eerder gemaakte foto's terug te kunnen vinden en deze logisch te kunnen rangschikken en/of groeperen
  • Daarvoor zul je ondermeer trefwoorden en waarderingen aan je foto's moeten kunnen toekennen
Voor het eerste bestaan een aantal goede en bovendien gratis tools zoals Google Picasa en Microsoft Search, desgewenst gecombineerd met het eveneens gratis Microsoft Fotogalerie.

Deze gereedschappen maken gebruik van een zogenaamd indexeringsproces die alle foto's op je computer (of een deel daarvan) doorloopt en ze 'controleert' op metadata als trefwoorden. Die worden dan in het geheugen opgeslagen samen met de locatie van de betreffende foto.


Voer je dan op een gegeven moment een zoekopdracht in dan wordt in de interne database 'gekeken' of het betreffende woord ook voorkomt en de bijbehorende foto wordt dan in het zoekresultaat getoond. De betreffende gereedschappen kun je door elkaar heen gebruiken omdat ze allemaal van hetzelfde principe gebruik maken, namelijk de metadata die in de foto zelf aanwezig is. Er ontstaat dus geen afhankelijkheid van een enkel programma vanwege het feit dat de informatie in de foto's niet uitwisselbaar is met andere toepassingen. Een dergelijke afhankelijkheid neemt toe naarmate je er meer werk van hebt gehad en dat wil je natuurlijk niet allemaal opnieuw hoeven doen wanneer je besluit een ander programma te gaan gebruiken.


Voor het tweede is het lastiger omdat belangrijk is dat de metadata die je aan een foto toevoegt met programma A gelezen en aangepast zou moeten kunnen worden met programma B. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat dit anno nu al wel uitwisselbaar zou zijn maar het tegengestelde is waar. Er is nog lang geen uniforme standaard. Geef met behulp van Picasa een foto maar eens een sterwaardering en open de foto vervolgens met Microsoft Fotogalerie, je zult zien dat de sterwaardering niet mee is gekomen. Andersom is overigens hetzelfde het geval!
Een Sterwaardering die je met behulp van Fotogalerie toekent zie je overigens wel weer terug wanneer je met behulp van de standaard Windows verkenner de map opent waar zich de foto in bevindt en vervolgens de eigenschappen van die foto opvraagt. Natuurlijk ligt dit voor de hand omdat het beide producten van Microsoft zijn maar zoals gezegd is er op dit punt nog niet veel standaard.


Van alle Metadata die er bestaat is het IPTC veld 'Trefwoord' wel de meest universele. Ik ken geen programma's die dit veld niet kennen of een ander veld er mee verwarren. Dat wil dus zeggen dat je dit veld veilig kunt gebruiken om al je meta gegeven in onder te brengen, niet alleen je trefwoorden maar ook de plaats waar de foto is gemaakt en de personen die er op staan. Ik voeg zelfs de waardering (extra) toe als trefwoord. Dit om de uitwisselbaarheid tussen de programma's zo optimaal mogelijk te maken. Foto's met een ster voorzie ik dan van het trefwoord RM:1STAR. Mocht ik in de toekomst ooit een ander fotobeheerprogramma willen gebruiken dat mijn huidige sterren niet herkent dan kan ik simpelweg zoeken op alle foto's met het trefwoord RM:1STAR en ik voorzie het volledige zoekresultaat dan van de 1-ster waardering in het nieuwe programma.


Wat ik zelf dus belangrijk vindt is dat de trefwoorden en waarderingen (meta data) aan de foto zelf worden toegevoegd en niet (alleen) ergens in een database van een programma is ondergebracht. Wanneer de gegevens namelijk in de foto zelf zitten ben je niet meer afhankelijk van het programma dat je gebruikt om je foto's mee terug te zoeken.


Programma's waarmee je metadata aan foto's kunt toewijzen zijn ook eerdergenoemde Picasa en Microsoft Galerie maar die kennen op dit vlak wel een paar nadelen.
Zo voelt Picasa standaard de gegevens (onderschriften, sterrating e.d.) niet aan de foto zelf toe maar gebruikt daar een interne database voor. De gegevens zijn daardoor helaas niet in andere programma's te gebruiken. De enige uitzondering hier zijn de trefwoorden, die kunnen wel in de foto worden geïntegreerd mits je ze maar op de correcte manier toewijst namelijk met de toetscombinatie Ctrl+T. Er opent dan een scherm waarin je zogenaamde 'tags' kunt invoeren. Dit zijn wat in ander programma's trefwoorden worden genoemd. Picasa zelf noemt ze overigens ook wel 'labels' en dit maakt het natuurlijk niet veel helderder. 


Belangrijk om te onthouden is dat wanneer je Picasa gebruikt je alleen trefwoorden toevoegt met behulp van Ctrl+T, je weet dan zeker dat je werk compatible is met andere programma's. Nog een nadeel van Picasa is dat je dus alleen maar het trefwoordenveld kunt vullen en en dus niet de overige IPTC velden. Ook kun je geen meta-data-sjablonen maken zoals dat in commerciële programma's wel kunt en waardoor je ondermeer je copyright en adresgegevens niet in een simpele handeling aan grote sets van bestanden mee kunt geven.

Dit laatste geldt overigens ook voor Fotogalerie, je kunt er weliswaar meer IPTC velden mee vullen dan alleen de trefwoorden maar ook hier kun je geen sjablonen met dit soort gegevens voor definiëren om ze later te kunnen toepassen op grote hoeveelheden foto's in een enkele handeling.


Een voorbeeld van een sjabloon die ik graag gebruik zijn m'n copyright gegevens. Aan het begin van het jaar maak ik een sjabloon voor het nieuwe jaar waarin de Copyright-informatie voor dat jaar (©2014 Roelof Moorlag), de URL copyright-info (www.digitaalfotobeheer.nl) , de auteur (Roelof Moorlag), de Maker, mijn adres, telefoonnummer, e-mail, websiteadres etc. Allemaal IPTC velden die je zonder sjabloon dus allemaal afzonderlijk zou moeten vullen. Een sjabloon neemt je al dit werk uit handen dus is het de moeite waard te zoeken naar een applicatie die de IPTC velden door middel van sjablonen kan vullen en daarbij ook nog eens de XMP indeling te respecteren (daarover later meer).


Onder Windows XP bestond 'PixVue', een (gratis) uitbreiding op de verkenner die precies deed wat ik graag wilde (zie evt. m'n tweede blogartikel) maar PixVue werkt niet meer met recentere besturingssystemen en daarom ben ik op zoek gegaan naar een alternatief. XnView lijkt veelbelovend en daarover post ik later vast nog wel eens weer!


maandag 25 mei 2009

Waardeer je foto’s en pas daarom een rating systeem toe!



Wat je ook doet om je foto's te beheren, voorzie ze minimaal van een waardering!
Meer dan iets anders zal dit je namelijk helpen om later de foto's terug te vinden die je op dat moment zoekt.

Veel fotografen zullen misschien al trefwoorden en andere kenmerken meegeven aan hun foto's en dat is zeker van belang maar toch is het verstandig om daarnaast ook nog eens een rating toe te kennen.

De belangrijkste reden is dat je meestal naar een naald in een hooiberg zoekt. Ik weet bijvoorbeeld dat ik ooit een mooie opname heb gemaakt van m'n zoon op vakantie in Oostenrijk in het zwembad op de camping. Wanneer ik nu zoek op de trefwoorden 'Vakantie', 'Oostenrijk', 'Zwembad' en de naam van m'n zoon dan heb ik zo maar een honderden treffers. Omdat ik een rating (sterwaardering) heb toegepast filter ik mijn zoekresultaat eerst op 1 ster en daarna op 2 sterren en wanneer ik dan nog steeds te veel 'hits' heb kan ik zelfs doorfilteren naar 3 sterren. Er blijven dan nog 2 foto's over in het zoekresultaat waaronder de foto die ik in gedachten had.

Nuttig dus, dit rating gebeuren maar wel met de kanttekening dat je het gestructureerd dient aan te pakken. Je wilt niet dat je vandaag foto's die voldoen aan bepaalde criteria 2 sterren krijgen terwijl dat er gisteren 3 zouden zijn.

Kortom; voordat je een waardering gaat toekennen is het goed om een lijstje te maken met jouw criteria. Deze ga je vervolgens consequent toepassen, print het lijstje desnoods uit en leg hem naast je computerscherm.

Een veelgebruikte systeem is om tussen de 0 en 5 sterren toe te kennen waarbij er meer sterren worden toegekend naarmate de foto's beter zijn. Zoals gezegd, het is zaak om consistente criteria te gebruiken zodat een foto die je vandaag met 2 sterren waardeert er morgen ook 2 zou krijgen. Je kunt je criteria natuurlijk zelf bepalen maar zet ze wel op papier, print ze uit en hou ze bij de hand wanneer je bezig gaat nieuwe foto's te waarderen. In ieder geval voor de eerste periode totdat je het spiekbriefje niet meer nodig hebt.
Ter inspiratie nog even mijn eigen criteria:

0 Ster
Neutraal. Steekt niet boven de rest uit maar is ook niet slecht genoeg voor een negatieve rating

1 Ster
Goed genoeg om af te drukken, gebruiken op een website of diashow. Professionals zouden deze set opnames aan hun klant kunnen presenteren

2 Sterren
De beste van de reeks of set. Let er op om het spaarzaam toe te passen i.v.m. het onderscheid met de 1 ster opnames. Professionals: Keus van de fotograaf

3 Sterren
Hele sterke foto, geschikt voor porfolio of poster. Wellicht insturen naar stockbureau. Professionals: keuze van de klant als masterfile

4 Sterren
Behorende tot de beste van je collectie

5 Sterren
Gereserveerd voor de toekomst zodat een verdere onderverdeling van de 4 sterrengroep mogelijk is

Verder gebruik ik (kleur) labels voor negatieve en neutrale ratings. Met het rode label bijvoorbeeld geef ik aan dat een foto nog beoordeeld moet worden. Hiermee onderscheid ik deze groep dus van de groep foto's die bewust van 0 sterren (neutraal) is voorzien. Deze foto's worden dan niet onbewust door elkaar heen gehaald. Wanneer ik nieuwe foto's op m'n computer binnenhaal kijk ik eerst of ik tijd heb om ze meteen te waarderen. Heb ik op dat moment daar geen tijd voor dan voorzie ik ze dus meteen van het rode label, dit kost maar enkele seconden omdat je een label aan alle foto's tegelijk kunt toekennen (met Shift+A selecteer je alle foto's in de folder) .

PIRAMIDE
: Mijn uitgangspunt is dat er telkens (ongeveer0 een verhouding van 1 op 10 is tussen de verschillende ratings. Op 100 foto's met 0 sterren krijg je dan 10 foto met 1 ster en 1 foto met 2 sterren. Deze verhouding is belangrijk om de hooiberg waarin je zoekt een mooie piramide vorm te geven. Je zoekt dan namelijk altijd in het bovenste puntje van de hooiberg!


Update: In maart 2015 heb ik m'n waarderingssysteem aangepast. Lees hier waarom.

vrijdag 3 april 2009

Fotobeheer applicatie (Catalogus) of Browser?

In het verleden vond ik het zelf lastig om te bepalen voor welke toepassing je nu welke applicatie in zet.

Vanwege de diverse invalshoeken en functionaliteit van de beschikbare applicaties ontkom je er bijna niet aan om voor de verschillende toepassingen ook verschillende applicaties te gebruiken hoewel je liever misschien alles vanuit een enkele applicatie doet.


Voor het beheren van digitale foto's worden twee typen applicaties gebruikt; browser- en catalogus software.



Wat is eigenlijk het verschil tussen beide?
Voorbeelden van browserprogramma's:

  • Adobe bridge
  • Windows verkenner
  • Apple Finder
  • Fotostation 4.5
  • Photomechnic
  • Perfect Browse van On1
Voorbeelden van catalogusprogramma's:
  • Media Pro ( Tegenwoordig van Phase One, voorheen iView Media Pro en daarna Microsoft Expression Media)
  • Adobe Lightroom
  • Acdsee Photo Manager
  • Canto Cumulus
  • idImager
  • Extensis Portfolio
  • iMatch
  • Fotostation Pro5
  • Apple Aperture
Een catalogus applicatie kent een aantal voordelen t.o.v. een browser:
  • Snelheid
  • Virtuele verzamelingen
  • Offline werken
  • Controle
Snelheid

Bij een browser wordt telkens wanneer een folder met foto's wordt geopend alle informatie op dat moment opgebouwd en dat kan, met name bij grote verzamelingen, veel tijd in beslag nemen.

Bij een Catalogus wordt dit slechts eenmaal gedaan en daarna bewaard in een database. De eerstvolgende keer dat de folder benaderd wordt zal de informatie veel sneller getoond worden.

Op zoekopdrachten zal ook sneller resultaat worden getoond dan in een browser.
Er is echter wel ergens een 'omslagmoment' dat een catalogusprogramma snelheidswinst levert. Bij kleine verzamelingen (één shoot bijvoorbeeld) zal een browser over het algemeen wel sneller zijn.

Virtuele verzamelingen
Een catalogusprogramma kent zogenaamde virtuele verzamelingen (ook wel virtuele folders, collecties, labels, etc genoemd). Een foto kan maar in een enkele fysieke folder zijn opgeslagen maar daarentegen kan hij in vele virtuele groepen voorkomen.

Offline werken
Een browser kan alleen foto's laten zien die er ook daadwerkelijk zijn.

Omdat een catalogus een preview (voorvertoning) van de foto's in zijn database heeft opgeslagen kan deze de foto's ook tonen wanneer die op dat moment (even) niet beschikbaar zijn (Optische media als DVD of BlueRay bijvoorbeeld of externe harde schijven die niet zijn aangesloten).

De database (die de kern vormt van zo'n catalogus) kan naar een ander systeem, bijvoorbeeld een laptop, gekopieerd worden zonder alle foto's. Daarmee betreft dit maar een fractie van de hoeveelheid data en dat werkt veel sneller en gemakkelijker.

Controle

Een browser laat alle foto's zien die hij kan openen. Corrupte bestanden of verwijderde bestanden worden niet getoond en het risico daarvan is dat je je daar dan ook niet van bewust van bent/wordt. Een goede catalogus is in staat om te zoeken naar missende of beschadigde bestanden. Deze check zou periodiek kunnen worden gedaan om deze bestanden te ontdekken. Vervolgens kun je deze bestanden terugzetten vanaf één van de back-ups die je natuurlijk hebt gemaakt.

Veel mensen vinden het prettig om de daadwerkelijke foto bestanden 'aan te raken' en dat aanpassingen die ze doen (trefwoorden of een sterwaardering toevoegen bijvoorbeeld) in het bestand zelf worden opgeslagen. Het voordeel daarvan is dat de gegevens dan ook meteen beschikbaar zijn in andere applicaties waarin de foto wordt geopend. Het risico hiervan is wel dat het bestand telkens wordt gewijzigd. Bij iedere wijziging kan er in principe iets misgaan waardoor je het bestand beschadigd. Met deze methode is er bovendien veel meer data te back-uppen dan wanneer je de wijzigingen alleen in een database bijhoudt (catalogus).

Integriteitscheck
Lightroom bijvoorbeeld is in staat om de integriteit van bestanden te controleren zodat je vroegtijdig ontdekt of er bestanden corrupt raken waarop je dan weer passende maatregelen kunt treffen.

Dus geen browser?

Nu, dat is eigenlijk ook niet het geval. Voor specifieke zaken kan een browser zoals Bridge goede diensten bewijzen. Bijvoorbeeld om iets te controleren in het fysieke bestand zelf zoals EXIF of IPTC gegevens.  

Ook in situaties waarbij extreem snel output nodig is zoals sportwedstrijden wordt vaak al op locatie een eerste schifting gemaakt met browser als PhotoMechanic. 
In een catalogus wordt namelijk eerst een preview gegenereerd en in de database opgeslagen, dat kost enige tijd. Sportfotografen kunnen daar niet op wachten en maken daarom gebruik van programma's als PhotoMechanic die de JPG previews gebruikt die de camera al in het (RAW) bestand heeft ingebakken.

Echter in ronduit de meeste situaties zal een catalogusprogramma alle beheermogelijkheden hebben die je nodig hebt.

zondag 1 maart 2009

Foto’s bewaren in origineel RAW of omzetten naar DNG?

Professionele fotografen maar ook steeds meer serieuze hobbyisten fotograferen in het RAW formaat. Het is daarbij de vraag of het beter is om deze originele camerabestanden te bewaren of deze te converteren naar een minder 'propritary' formaat zoals DNG.

Alle camerafabrikanten kennen hun eigen RAW formaten zoals NEF, RAF, MRW, CRW, ORF etc. maar het is zelfs zo dat binnen hetzelfde merk het formaat kan verschillen. Nikon hanteert bijvoorbeeld het RAW formaat NEF maar de NEF van een D100 is anders dan die van een D70. Bij ieder nieuw model komt er dus een nieuw RAW formaat bij!



Als fotograaf moet je eigenlijk een boekhouding bijhouden van welke opnames je hebt gemaakt, met welke camera's en met welke software je deze bestanden kunt benaderen. Over pakweg 15 jaar, wanneer je naar verwachting een aantal camera's verder bent, zul je dit anders niet meer weten en het is maar de vraag of de originele RAW bestanden met de op dat moment gangbare software überhaupt nog verwerkt kunnen worden. Je wilt waarschijnlijk niet 15 jaar oude software hoeven te installeren om je originele opnames te kunnen benaderen…
Dat dit geen theorie meer is illustreert deze thread op een lightroomforum: https://www.lightroomforums.net/threads/importing-kodak-image-file.31456/ 

Iedereen die tegenwoordig met een A-merk toestel fotografeert zal wellicht veronderstellen dat het met het wegvallen van ondersteuning wel mee zal vallen. Vergeet dan niet dat Kodak ooit het belangrijkste merk in de wereld van de fotografie was en dat dit eigenlijk helemaal nog niet zo lang geleden is...


Ik adviseer dan ook om in je workflow een conversie van RAW naar DNG op te nemen. Het grote voordeel van DNG boven het RAW formaat van de Camerafabrikant is dat DNG een formaat is die wel goed is beschreven. Afkomstig van Adobe en daarom de facto een standaard. Dit wordt nog eens bevestigd door cameramerken als Leica en Hasselblad die standaard het DNG formaat hanteren. 

Het zou me niet verbazen wanneer meerdere cameramerken dit in de toekomst zullen gaan doen maar tot die tijd kun je het beste dus je RAW's omzetten naar DNG. Dit gaat overigens zonder kwaliteitsverlies waardoor het dat zeer veilig kan, DNG is gewoon een ander (open) RAW bestand.

Bovendien kun je er voor kiezen om het volledige originele RAW bestand te integreren in het DNG bestand. Het bestand wordt dan wel aanmerkelijk groter maar je kunt in dat geval dus altijd nog weer terug naar de oorspronkelijke RAW situatie, mocht je dat in de toekomst toch nog eens willen. Ikzelf doe dit overigens alleen voor de foto's met de hoogste kwaliteit ratings (daarover een andere keer meer) waardoor m'n data-aangroei binnen de perken blijft.


Wanneer je 'normale' RAW bestanden in Photoshop bewerkt of metadata toevoegt m.b.v. bridge dan worden deze in zogenaamde XMP sidecar bestanden (separaat) opgeslagen dus niet in het fotobestand zelf zoals in DNG. 

Aan het begin van je workflow is dit niet zo'n probleem maar zodra je gaat archiveren zul je dit naar alle waarschijnlijkheid toch graag geïntegreerd willen hebben in een enkel bestand. 
Catalogusprogramma's kunnen bovendien ook niet altijd even goed overweg met sidecar bestanden waardoor je niets kunt met alle dingen die je gewijzigd en/of toegevoegd hebt. De thumbnail preview zal er niet zo uit zien als je bedoeld hebt en ook de metadata (rating, labeling als trefwoorden) is niet toegankelijk waardoor al het werk wat je hebt gedaan voor niets is geweest. Je wilt over deze gegevens beschikken in je catalogusprogramma en DNG is daarvoor een beschikbare en bruikbare methode.


De argumenten op een rij:
  • DNG is open gedocumenteerd in tegenstelling tot de propitary RAW formaten
  • De facto standaard
  • Een DNG kan desgewenst het volledige, oorspronkelijke RAW bestand bevatten
  • Een DNG heeft dezelfde kwaliteit als een RAW, er gaan geen gegevens verloren
  • DNG kent een verliesloze compressie waardoor je ongeveer de helft minder opslagruimte nodig hebt (althans wanneer je het RAW bestand niet invoegt)
  • DNG bevat naast de informatie uit het RAW bestand ook de meta informatie uit de XMP sidecar bestanden
  • Catalogusprogramma's kunnen niet alleen overweg met DNG maar herkennen ook de bewerkingen die aan het bestand zijn gedaan
  • DNG is naar alle waarschijnlijkheid een stuk toekomstvaster dan de verschillende RAW formaten
  • Met behulp van DNG is de workflow voor serieuze fotografen eindelijk een stuk eenvoudiger geworden
Het omzetten van RAW naar DNG kan met ondermeer de (gratis) DNG Converter van Adobe. Zorg er wel voor dat je minimaal versie 3.2 download omdat eerdere versies geen grote voorvertoning kunnen genereren (Preview).

Wanneer de DNG's zijn gemaakt, gecontroleerd en er een backup van is gemaakt kunnen de oorspronkelijke RAW bestanden verwijderd worden. Voor degenen die hier erg veel moeite mee hebben zou je kunnen overwegen om ze nog op DVD of BlueRay media op te slaan.



Ik heb een beschrijving gemaakt, inclusief schermafbeeldingen, voor de instellingen zoals ik die zelf hanteerde (voordat ik met Lightroom ging werken) voor het converteer proces met behulp van de gratis DNG converter.


Deze beschrijving is te downloaden vanaf http://www.box.net/shared/3bizsjv0g4 .


Ik moest even zoeken maar ik ben toch ook nog twee 'nadelen' tegengekomen van het gebruik van DNG.
Zo kunnen DNG's niet worden geopend door de fabrikantsoftware zoals Nikon Capture. Wanneer dit toevallig je favoriete programma is dan is dat natuurlijk niet leuk.
Ook het feit dat je in je huidige workflow een extra conversie stap introduceert kan als een nadeel worden uitgelegd hoewel je daar later in je workflow weer een heel aantal vereenvoudigingen voor terug krijgt.


Het zal na het lezen van het voorgaande waarschijnlijk dan ook niemand verbazen dat ik iedereen adviseer om het Digitaal Negatief (DNG) te gaan gebruiken.

Update november 2015: 

Wellicht is het allerbelangrijkste argument voor DNG hier nog niet genoemd omdat die ten tijde van het schrijven nog niet bestond. Het gaat om DNG validatie. Daarmee kan je geautomatiseerd controleren of je bestanden niet corrupt zijn geraakt. een groot voordeel vanuit beheertechnisch oogpunt. Een artikel hierover schreef ik in mei 2015.

zondag 8 februari 2009

Backup je fotomateriaal !

Het zal duidelijk zijn dat een goede back-up van je foto's belangrijk is. Een harde schijf kan tenslotte van een op het andere moment defect raken en zonder back-up ben je dan alles op die schijf kwijt.

Over back-ups is erg veel te vertellen en het gevaar bestaat dat je het 'te mooi ' wil regelen. Het belangrijkst is echter dat wanneer je je back-up nog niet geregeld hebt, doe dat dan uiterlijk morgen maar liever nog vandaag!


Een snelle en eenvoudige manier waarbij vrijwel iedereen in staat is om ook de discipline op te brengen om het echt ook te doen is de volgende:



  1. Koop 2 identieke externe harddisks met voldoende opslagruimte voor al je fotomateriaal , hou daarbij ook rekening met de aangroei in de komende periode; zeg twee jaar
  2. Sluit de eerste harddisk aan en regel met bijvoorbeeld 'Karin's Replicator' de backup in.
    Lees hier hoe dat gaat en download hier het gratis programma
  3. Maak een volledige backup van je foto directory
  4. Koppel de eerste harddisk nu los maar laat de voeding en USB kabel zitten
  5. Je sluit nu harddisk 2 aan op dezelfde voeding en kabel en herhaalt de back-up vanuit het back-upprogramma (zie 2)
  6. Harddisk nummer 1 leg je nu, eventueel in een beschermhoes of tas, in de auto
  7. Wissel vanaf nu bijvoorbeeld iedere week beide harddisks om maar zorg er voor dat er altijd 1 harddisk ergens anders ligt dan naast je computer…
Mocht het nu zo zijn dat je computer de externe harddisks beide een andere letter geeft in plaats van dezelfde dan kun je in je back-upprogramma de zogenaamde 'job' die de back-up daadwerkelijk regelt dupliceren. Deze tweede job hoef je alleen nog maar aan te passen voor wat betreft de opslaglocatie. Voor de herkenbaarheid zou je de eerste job dan 'Back-up foto's even weken' kunnen noemen en de tweede 'Back-up foto's oneven weken'.

Update maart 2015: In plaats van Karin's replicator adviseer ik tegenwoordig SyncBackFree. Het is het enige gratis windows programma dat ik ken met een zogenaamde validatie mechanisme. Voor ieder bestand wordt een checksum berekend (zie wikipedia) en die wordt na de back-up vergeleken met de waarde van het gekopieerde bestand. De back-up wordt alleen als succesvol beschouwd wanneer die twee waardes overeenkomen. Een extra garantie dus voor de betrouwbaarheid van je back-ups.

(Voor de Mac doet Chronosync hetzelfde alleen is dit geen gratis programma)

vrijdag 6 februari 2009

Mijn ervaringen met de Reflecta DigitDia 5000 Dia scanner


Voor de aanschaf van mijn Reflecta DigitDia 5000 diascanner had ik me terdege voorbereid en diverse fora daarover afgestruind. De algemene indruk die ik kreeg was dat de scansoftware van SilverFast over het algemeen de voorkeur genoot van de gebruikers boven de standaard meegeleverde software van CyberView.
Ik heb het apparaat dan ook gekocht inclusief SilverFast en ondanks mijn ICT achtergrond vond ik dit programma uiteindelijk toch te complex en vooral niet intuïtief genoeg. Het kent een (te?) steile leercurve en ik beschouw het met name voor niet-professionals dan ook niet geschikt.
Mijn doel met de aanschaf van de Reflecta was om mijn collectie dia's met zo weinig mogelijk handelingen als mogelijk te digitaliseren en ik ga er van uit dat dit voor de meeste mensen geldt die een dergelijke scanner kopen met batch-verwerkingsmogelijkheden.

Vanzelfsprekend realiseer ik me dat de kwaliteit van het scanresultaat nooit optimaal kan zijn wanneer je alle correcties aan machines en/of software overlaat maar ik heb gewoonweg geen mogelijkheid om veel tijd aan alle individuele dia's te besteden. Eerst maar eens al mijn materiaal scannen, daarna beoordelen en waarderen. De dia's waarvan ik dan zie dat ze de moeite waard zijn kan ik dan altijd nog opnieuw scannen. Mijn ervaring is dat deze hoogste kwaliteit dia's maar een zeer kleine subcollectie betreft waaraan je dus veel meer tijd aan de individuele instellingen kunt besteden. Wellicht dat dit dan alsnog met SilverFast gaat gebeuren maar vooralsnog ben ik zeer tevreden met CyberView, ondanks dat het dus 'tweede keus' betreft.
In deze handleiding van Jo Stark kreeg ik voor het eerst een signaal dat CyberView X helemaal niet onder hoeft te doen voor SilverFast en dat je er kwalitatief echt vergelijkbare resultaten mee kunt behalen. Op het gebied van bulkverwerking heeft CyberView naar mijn mening zelfs betere opties.
In ieder geval kan ik iedereen aanraden om het in ieder geval eerst eens te proberen met CyberView en wanneer dat niet bevalt alsnog SilverFast aan te schaffen. Ik heb dit expliciete advies van de verkoper zelf niet opgevolgd, ik was te eigenwijs…
Mocht CyberView onverhoopt toch niet bevallen en je de aanschaf van SilverFast overwegen doe dit dan niet op grond van de verwachting een eenvoudiger te bedienen applicatie te verkrijgen. Doe het dus alleen wanneer de opties van CyberView voor jou onvoldoende zijn.
Helaas ontbreekt een goede, dat wil zeggen volledige, handleiding van CyberView en vandaar dat ik mijn praktijkervaringen in het Nederlands op papier heb gezet. Degenen die goed thuis zijn in Duits zouden ook goed de eerdergenoemde beschrijving van Jo Stark er op na kunnen slaan hoewel die geschreven is op iets oudere hard- en software (combinatie Reflecta DigitDia 4000 met de CyberView X versie 1.17i en Firmware 1.09).
Mijn nederlandstalige handleiding

zondag 18 januari 2009

Kodachrome dia’s scannen met de Reflecta DigitDia 5000

Digital ICE in combinatie met Kodachrome dia's

Bij het scannen van mijn collectie dia's werd het me vanuit verschillende bronnen duidelijk dat mijn Kodachrome dia's anders behandeld zouden moeten worden dan alle andere dia's . 


Het is namelijk zo dat veel negatief- en dia scanners een functie hebben die digital ICE heet en die zorgt voor vermindering van stof en krasjes, zo ook mijn Reflecta DigitDia 5000. ICE scheelt enorm in het achteraf bijwerken van de scans, met name relevant wanneer het er veel zijn.
Digital ICE is ontwikkeld door Kodak Austin Development Center, voorheen Applied Sciense Fiction en het betreft een hardware gerelateerde techniek. De scanner beschikt dus over Digital ICE of niet. Je kunt het dus niet simpelweg met behulp van software toevoegen. In dit artikel op Wikipedia wordt de techniek achter digital ICE beschreven en wat me met name opviel is dat de techniek niet werkt met Kodachrome dia's. 

Digital ICE dient dus in het scanprogramma uit te worden gezet voordat je Kodachrome dia's gaat scannen.
Kodachrome is een zogenaamde omkeerkleurenfilm en het is de enige kleurendiafilm die van zichzelf geen kleurstof componenten bevat. Die worden namelijk pas tijdens het ontwikkelproces (K-14) toegevoegd. Bij alle andere dia ontwikkelprocedé's (E6) worden de 'overtollige' kleurstoffen (die daar dus wel in de film zitten) weggehaald totdat het beeld volledig is ontwikkeld.
Daarom kent Kodachrome dus ook een ander ontwikkel procedé dan alle andere diafilms. Vrijwel overal kun je 'normale' dia's in E6 laten ontwikkelen maar er zijn wereldwijd nog maar 2 centrales die K-14 ontwikkelen, daardoor duurt het ook erg lang voordat je je dia's terug hebt.

Op Wikipedia staat een uitgebreid, Nederlandstalig artikel over Kodachrome, voor degenen die geïnteresseerd zijn in de techniek en de achtergronden van Kodachrome is dit het adres.

Kodachrome dia's zijn over het algemeen eenvoudig te herkennen omdat ze ingeraamd terug komen van de ontwikkelcentrale met het woord 'Kodachrome' op de raampjes.

De enige scanner (medio 2009) die Kodachrome dia's met ICE kan scannen is de Nikon Coolscan 9000 ED maar vanzelfsprekend wilde ik toch graag met eigen ogen zien wat digital ICE op mijn DigitDia 5000 dan wel doet bij het scannen van Kodachrome's. Mijn resultaten kun je in dit documentje lezen.

Mijn conclusie is ook dat je ICE moet uitzetten voordat je Kodachrome dia's gaat scannen. Tenzij je een Coolscan 9000 hebt natuurlijk maar dan zit je dit artikel niet te lezen :-)