Zoek op trefwoord in al mijn blogartikelen

maandag 1 augustus 2011

Twee waarnemingen op de 5e internationale foto metadata conferentie


Twee interessante waarnemingen voor de digitale fotograaf op de 5e internationale foto Metadata Conferentie in Istanboel op 20 mei jongstleden waren:
  • De release van het “CEPIC/IPTC Image Metadata Handbook”
  • De uitgave van het “Embedded Metadata Manifesto (2011)”
Als eerste is er dus het Metadata Handboek vrijgegeven.
Dit handboek (voor iedereen hier kosteloos te downloaden) is uitgegeven door de CEPIC en bevat ondermeer ook bijdragen van de IPTC.

CEPIC staat voor “Coordination of European Picture Agencies Stock Press and Heritage” en als zodanig zijn ze de spreekbuis van de beeldindustrie in Europa.

IPTC staat voor “International Press Telecommunications Council”, een consortium van werelds belangrijkste persbureaus en uitgevers. De belangrijkste taak van het IPTC is het ontwikkelen en onderhouden van technische standaarden ten behoeve van de nieuws uitwisseling.
Concreet betreft het handboek niet een enkel boek maar een aantal PDF bestanden:
  • Image Metadata planning, een gids voor zakelijke gebruikers
    In 17 hoofdstukken wordt hier uitgelegd wat metadata is, wat de zakelijke rechtvaardiging (business case) voor het gebruik er van is, hoe je er in de praktijk mee om kunt gaan en worden er voorbeelden gegeven voor verschillende vakgebieden.
  • Een document over de relatie van metadata en copyright
  • Een quick reference kaart voor het gebruik van de IPTC Core velden
  • Een quick reference kaart voor het gebruik van de IPTC Extension velden
  • Een interactieve metadata workflow planning tool om te bepalen welke IPTC velden gebruikt moeten worden in diverse stadia van een zakelijke werkproces
Wie mee wil discussiëren over het handboek kan op de daarvoor in het leven geroepen Yahoogroup terecht: http://groups.yahoo.com/group/iptc-photometadata


Het tweede onderwerp betreft het “Embedded Metadata Manifest (2011)”
Dit manifest gaat er over hoe metadata in digitale media bestanden ingebed kan worden en hoe het kan worden behouden. Het manifest is uitgegeven door de IPTC Photo Metadata Working Group op de 5e internationale foto Metadata Conferentie in Istanboel op 20 mei 2010.
Beeldmakers als fotografen, filmmakers, ontwerpers maar ook bibliothecarissen en curatoren hebben een gemeenschappelijk probleem. Ze worstelen allemaal om grip te houden op hun alsmaar groeiende collecties digitale media bestanden zoals foto’s en video’s en om de individuele bestanden daarin te kunnen volgen.

Met dit in gedachten draagt de werkgroep 5 principes in hun manifest uit:
  1. Metadata is essentieel om digitale media te beschrijven, te identificeren en te volgen. Daarom moet metadata worden toegekend aan alle digitale media zoals bestanden of data streams, met name in een professionele context
  2. Media bestandsformaten moeten (worden) voorzien in mogelijkheden om metadata te inbedden zodanig dat verschillende software systemen er mee om kunnen gaan. Veelal gaat dat beter met de metadata ingebed in het bestand dan met losse ‘sidecar’ bestanden waarbij het risico op verlies te groot is
  3. De betekenis van metadatavelden (inclusief de ‘labels’ in de gebruikers interfaces) en hun waardes mogen niet veranderen of verloren gaan bij omzetting naar andere formaten
  4. Copyright gegevens mogen nooit van de bestanden verwijderd worden. Deze gegevens zijn de enige manier om te voorkomen dat digitale bestanden als orphaned work (wees) worden beschouwd. Het verwijderen van deze data met de intentie om het eigenaarschap over te nemen is in veel landen verboden
  5. Andere gegevens mogen alleen verwijderd worden van bestanden wanneer de copyright houder daar toestemming voor geeft.
    Zorgvuldig gekozen en toegekende metadata velden voegen waarde toe aan media bestanden. In de meeste collecties is beschrijvende metadata essentieel voor het terugvinden en het begrijpen van de bronbestanden. Wanneer deze informatie wordt verwijderd devalueert de waarde van het bestand

dinsdag 12 juli 2011

De vakantie workflow voor de digitale fotograaf

Omdat je op vakantie over het algemeen waarschijnlijk niet de beschikking hebt over je gebruikelijke applicaties zal je workflow er noodgedwongen vaak anders uitzien dan normaal. Althans bij mij is dat het geval. Een van de belangrijkste aandachtspunten tijdens je reis zal zijn het veiligstellen van je opnames.
In het verleden nam ik nog wel eens een ‘imgagetank’ mee om back-ups te kunnen maken van alle foto’s tijdens de vakantie. Dit om te voorkomen dat diefstal of schade aan camera en/of opname kaart niet meteen verlies van opnames zou betekenen.
De imagetank die destijds was voorzien van een harde schijf van 20 Gb voldeed toen wel maar tegenwoordig, met SD kaartjes van alleen al 16 Gb, is het toch wel erg behelpen. Ik zou er een grotere harde schijf in kunnen zetten maar aangezien het apparaat ook niet voorzien is van een display waarop ik de foto’s kan checken kijk ik toch liever naar een andere oplossing.
Een laptop meesjouwen op vakantie vindt ik nu ook weer zoiets maar ook modernere opties als smartphones, iPad’s of andere tablets zijn wat mij betreft niet toereikend. Want wat zoek ik eigenlijk? Eerst maar eens een wensenlijst samengesteld:
  • Ik wil tijdens de vakantie snel en eenvoudig back-ups van m’n opnames kunnen maken, het liefst met de mij bekende applicaties
  • Behalve de backups zelf wil ik ook mijn administratie er om heen er op willen regelen
  • Eigenlijk wil ik dagelijks wel even snel door de opnames heen kunnen bladeren om te zien of ze gelukt zijn (een eerste waarderings-selectie dus), het liefst met dezelfde applicaties als waar ik dat normaal gesproken ook mee doe
  • Om foto’s te beoordelen liever geen glanzend scherm
  • Hernoemen naar mijn definitieve naamconventie, het liefst met de gebruikelijke applicaties
  • Bewerking metadata (namen van personen, locaties en onderwerpen op de foto), het liefst met de mij bekende applicatie
  • Het apparaat moet gemakkelijk zijn mee te nemen, dat wil zeggen; klein en licht van gewicht
  • Het toestel moet niet al te duur zijn
Kortom, ik kom tot de conclusie dat dit alleen mogelijk is met een netbook. Qua formaat en gewicht zijn die ongeveer de helft van een ‘normale’ laptop en ik kan er (een deel van) mijn gebruikelijke software op kwijt.  Voor minder dan 200,- euro vond ik m’n Samsung N145 en hoewel geen snelheidsmonster voldoet ie tot nog toe uitstekend. Hij is klein genoeg voor in m’n handbagage en goedkoop genoeg om eventuele verlies of diefstal voor lief te nemen.
Een externe 2,5 inch (USB2) harde schijf (voor de noodzakelijke tweede backup) is er snel op aangesloten.
En tenslotte zit er een relatief normaal toetsenbord op waarmee er gemakkelijk ’s avonds nog even wat metadata aan de foto’s kan worden toegevoegd. Iets dat ik me op een iPad nog niet zie doen, ook al zou ik er een externe toetsenbord op aan kunnen sluiten.

Zoals gezegd is een dergelijk apparaat is niet zwaar genoeg voor PhotoShop (in mijn dagelijkse workflow gebruik ik met name ACR – Adobe Camera Raw voor de kleurcorrecties) en bovendien heeft een dergelijk netbook natuurlijk geen gekalibreerd scherm waardoor dat deel van de workflow toch echt pas thuis kan worden gedaan.
Het eerste deel van m’n workflow kan er echter prima op worden uitgevoerd en in mijn geval (omdat ik fotografeer met Nikon) ziet die globaal als volgt uit:
  • Binnenhalen van de foto’s van de kaartjes (ingestion) met behulp van Nikon Transfer. Hiermee worden meteen ook de bulk meta data als copyright e.d. geplaatst
  • Sorteer werkzaamheden en eerste (ster) waardering m.b.t. Nikon ViewNX
  • Toevoegen van meta data (personen, onderwerpen, locaties, etc)
  • Het maken van gevalideerde back-ups met SyncBack
e)     De administratie hou ik bij in een eenvoudige spreadsheet (link).
Uitleg van de bedoeling van de verschillende kolommen in de sheet:
  1. Registreer  welke kaart je hebt gebruikt (nummer deze dan ook) om eventuele problemen met een kaart snel te lokaliseren
  2. Noteer de eerste opname en de laatste opname. Hierdoor zie je snel of je een kaart hebt gemist hebt om over te zetten
  3. Onder ‘ingest’ bevestig je dat de foto’s zijn overgezet naar de computer
  4. Een fotokaart zet ik altijd over naar een enkele directory die ik dezelfde naam geef als die ik bij stap 2) al heb genoteerd. Zo zie je ook op directory niveau snel of je nog ergens een foto kaart hebt gemist.
  5. Een van de eerste dingen die ik met de foto’s zelf doe is ze voorzien van het rode label. Dit om ze te kenmerken als ‘hier moet alle tagging nog mee gebeuren’. Mocht je geen tijd hebben om dit meteen te doen dan herken je op een later moment snel de opnames die je nog van metadata moet voorzien.
  6. Iedere keer dat ik foto’s overzet naar de computer maak ik in ieder geval een backup op een externe 2,5” harde schijf
  7. Mocht je maar beperkt tijd hebben dan kun je in de sheet van 6 t/m 10 bijhouden wat je al hebt gedaan en wat er nog moet gebeuren.  De stappen Locatie, Personen, Keywords en Rating wijzen zichzelf maar stap 10 vergt waarschijnlijk wat uitleg. Omdat de Rating (sterwaardering) een van de belangrijkste kenmerken is die je aan een foto mee kunt geven schrijf ik dit ook weg in het ‘Keywords’ veld (RM:STAR1). De belangrijkste reden is dat je vrij snel per ongeluk de sterwaardering kunt veranderen (doordat je per ongeluk meerdere foto’s tegelijk hebt geselecteerd bijvoorbeeld)
  8. Wanneer alle zaken zijn afgehandeld wordt het rode label van de betreffende foto’s weer verwijderd
Eenmaal thuis hoeft de workflow dus nog maar voor een (klein) deel te worden uitgevoerd; (batch)kleurcorrecties, omzetting naar DNG, opneming in een catalogus, etc. Dit zorgt er voor dat je veel sneller met je resultaten kunt pronken...

donderdag 16 juni 2011

Wordt metadata bij afbeeldingen overbodig?

Het lijkt er inderdaad op dat metadata toevoegen aan foto's overbodig aan het worden is.

Google heeft vandaag op hun ‘Inside Search’ event een aantal nieuwtjes laten zien waaronder ‘Zoeken op basis van een afbeelding’. Ik was verbaasd dat de functionaliteit al operationeel was en heb het dus meteen maar even uitgeprobeerd.

Wanneer je naar images.google.com gaat en op het icoontje klikt van het fototoestel wordt je in de gelegenheid gesteld om een afbeelding te uploaden. Daarna geeft Google aan wat het onderwerp op de foto betreft plus een aantal vergelijkbare afbeeldingen. Met name het eerste is natuurlijk interessant want wat nu als je foto’s hebt waarvan je niet meer precies weet wat er op staat? Met een beetje geluk weet Google dus raad! 

Ik heb getest met wat eenvoudige afbeeldingen van de Eiffeltoren en de toren van Pisa en die worden probleemloos herkend maar van een Stupa in Nepal waarvan ik de naam echt zelf eerst in mijn reisverslagen moest opzoeken bleek ook juist te zijn! 

Toch bleken er ook nog wel veel onderwerpen niet herkend te worden zoals de Mount Everest. Dit terwijl Google vandaag juist een afbeelding van een berg had gebruikt om de functionaliteit te demonstreren... 
Het kan natuurlijk zijn dat mijn foto net niet onder de goede hoek is genomen. Zo had ik twee vergelijkbare logo’s van een autofabrikant gebruikt waarvan de ene wel werd herkend en de andere (iets vervormd zoals je kunt zien in het filmpje) niet.

Google geeft aan dat de technologie die hier wordt gebruikt dezelfde is als die van Google Goggles for mobile en alleen iets aangepast voor desktopgebruik. Volgens de berichten zouden er een aantal manieren moeten zijn om afbeeldingen concreet als zoekopdracht aan Google aan te bieden maar de drag-and-drop functie heb ik niet kunnen ontdekken. ‘Gewoon’ uploaden is echter ook heel gemakkelijk (zie evt. m’n filmpje) en er schijnen ook Chrome en Firefox uitbreidingen te komen waarmee je het rechtstreeks vanuit de browser kunt doen.

Het lijkt er dus op dat metadata niet meer de enige mogelijkheid is om je afbeeldingen terug te vinden. In ieder geval wanneer het gaat om afbeeldingen van min of meer bekende zaken als gebouwen, logo’s, artiesten en dergelijke. 

Echter wanneer het gaat om begrippen, uitdrukkingen en andere zaken waar echt menselijke interpretatie voor nodig is dan denk ik dat het nog wel even duurt voordat dit kan worden geautomatiseerd. Voor het bulkwerk zie ik hier echter goede mogelijkheden dat de fotograaf in de nabije toekomst flink wat werk uit handen zal worden genomen.

Zie hier een aantal van de voorbeelden die ik even snel heb getest en ga er zelf natuurlijk ook gerust even mee stoeien!

woensdag 1 juni 2011

Opslagruimte voor de fotograaf


Storage
Als fotograaf heb je altijd en in een toenemende mate, behoefte aan een betrouwbare opslag voor al je fotomateriaal. Wat zijn de aspecten die hierin een rol spelen en hoe weeg je ze tegen elkaar af om tot een voor jou goede situatie te komen? Enkele aspecten die in ieder geval een rol spelen zijn:
  • De hoeveelheid opslagruimte
  • Redundantie (beveiliging tegen gegevensverlies)
  • Toegang tot de gegevens (hoe en de snelheid er van)
  • Kosten
Hoeveelheid ruimte
Op dit moment (mei 2011) kom je, wanneer je meer dan 3 Tb ruimte nodig hebt, uit op een systeem die meerdere harde schijven combineert. Veelal is dat dan concreet een multibay NAS of een DAS. NAS staat voor Network Attached Storage, dus opslagruimte die bereikbaar is via je netwerk.
De D van DAS staat voor Direct en dat gaat dus over opslagruimte die rechtstreeks met je computer verbonden is via USB, FireWire of eSATA.  Een voorbeeld hiervan is het onder fotografen populaire Drobo. Het voordeel hiervan boven een NAS is natuurlijk de snelheid, met name bij grote bestanden kan dit van doorslaggevend belang zijn.

Wanneer je het kunt doen met 3 TB of minder dan heb je alternatieven in de vorm van opslag met een enkele harde schijf, hierover verder in het artikel meer.

Redundantie (niet hetzelfde als back-up…)
Een harde schijf zal ooit defect raken en dat kan van het één op het andere moment zonder waarschuwing vooraf. Daarbij is de kans heel reëel dat je de data die er op staat verliest. Vanzelfsprekend maak je op geregelde tijden een back-up maar de data waar je de afgelopen uren (of dagen, afhankelijk van wanneer de recentste backup was) aan hebt gewerkt is dan wel verloren. Het mechanisme wat hiertegen bedacht is heet RAID (Redundant Array of Independent Disks). De materie is te complex om hier even uit te leggen, geïnteresseerden kunnen hier op Wikipedia gedetailleerde informatie vinden. 

Waar het in het kort op neer komt is dat bij RAID alle data verdeeld wordt over meerdere harde schijven. Hierbij blijven alle gegevens behouden wanneer een van de harde schijven uit valt. Het eerder genoemde Drobo werkt hierbij overigens iets anders dan RAID maar het principe van data verdeling over alle harde schijven is hetzelfde. Bij uitval van een van de harde schijven kan deze worden vervangen door een nieuwe . Vervolgens zullen alle gegevens weer over  alle schijven verdeeld worden waarmee de RAID weer is hersteld. Een tweede eigenschap van een RAID is de beschikbaarheid van je data. Ook wanneer er een harde schijf defect raakt zul je gewoon bij je bestanden kunnen blijven komen. Dit aspect speelt met name een rol bij belangrijke deadlines.

Een RAID kent overigens wel een bepaalde overhead, dat wil zeggen dat er netto opslag ruimte verloren gaat. Een RAID van 3 schijven van ieder 2 TB is dus niet 6 TB groot maar circa 4. Deze overhead is zeg maar de ‘verzekeringspremie’ voor het redundant opslaan van je gegevens.
Waar een enkele harde schijf dus in eerste instantie een single-point-of-failure was, is hij dat in het geval van een RAID of iets vergelijkbaars niet meer.
Echter bestaat er (helaas) nog zo’n single point of failure en dat is de NAS zelf. Stel dat niet een van de harde schijven maar het NAS-apparaat zelf defect raakt? Meestal is dan (exact) dezelfde hardware nodig om de data op de harde schijven weer te kunnen benaderen. Wanneer deze hardware niet meer verkrijgbaar is, kan het dus zijn dat de data niet meer benaderbaar is of alleen via gespecialiseerde (lees dure) data herstel bedrijven. Kortom; hoe redundant is redundant eigenlijk?

Een oplossing voor dit probleem is om NIET een multibay NAS te gebruiken maar een NAS met een enkele harde schijf. De redundantie verzorg je dan door er een externe harde schijf op aan te sluiten van hetzelfde formaat als de harde schijf die in de NAS zit. Wanneer je deze combinatie zo configureert dat de data van de NAS wordt gerepliceerd op de externe harde schijf dan kun je altijd bij je data. Het maakt dan niet uit wat er stuk gaat; een van de harde schijven, de NAS of de externe HD. Er mogen zelfs meerdere componenten tegelijk stuk gaan, je zult toch nog bij je gegevens kunnen!

Toegang
Een NAS geeft toegang tot de data via het Netwerk waarmee in principe alle computers in het netwerk toegang kunnen worden verleend. Bij een DAS is de toegang meestal beperkt tot de computer waarop hij is aangesloten of is het in ieder geval veel lastiger om toegang voor andere computers te regelen. De snelheid is bij een DAS weer (veel) hoger en in de praktijk zullen deze dan ook deze twee zaken  tegen elkaar worden afgewogen om tot een keuze te komen. 
Met de toegenomen netwerksnelheid worden NASsen echter veel vaker gebruikt tegenwoordig.

Kosten
Voor de afweging multi-bay NAS (DS 211) of single-bay NAS (DS 111) + externe HD heb ik gekeken naar een populair merk; Synology en ik heb twee apparaten met elkaar vergeleken die qua specificaties verder gelijk zijn. Het betreft natuurlijk een momentopname (juni 2011) en de prijzen zullen variëren maar ik veronderstel dat de geconstateerde verschillen niet substantieel zullen wijzigen. De prijzen komen trouwens van de memoryshop.nl en voor de harde schijven heb ik WD’s gekozen. Voor intern de Caviar Green van 2 Tb en voor extern de My Book Essential van 2 Tb:

Een NAS met 2 harde schijven blijkt dus niet alleen in absolute zin duurder dan een NAS met 1 schijf + een externe HD maar ook relatief...
De functieomvang en performance is in deze vergelijking exact dezelfde alleen kent de duurste set wel een single-point-of-failure en de goedkoopste niet.

Mij lijkt de goedkoopste variant dan ook nog eens de veiligste!

Ten slotte
De vergelijking 2-bay-NAS met een 1-Bay NAS + een externe HD is, zoals aan het begin aangegeven, alleen interessant voor de fotografen die voorlopig even vooruit kunnen met 3 TB. Daarbij is het overigens  verstandig om niet al ver vooruit te lopen op toekomstige behoefte omdat de schijven steeds groter worden en de kosten dalen. Alle ruimte die je nu dus in het voren in koopt, koop je per definitie het duurst in. 

Mocht je aan 3 Tb niet voldoende hebben dan kom je automatisch uit op multi-bay systemen. Koop dan iets met minimaal 4 schijven omdat een RAID overhead kent die (relatief) afneemt naarmate er meer schijven ‘mee doen’. Bovendien kun je dan RAID configuraties maken (RAID 6) die uitval van meerdere harde schijven toestaan. De single-point-of-failure voor wat betreft het NAS-apparaat zelf blijft hier wel bestaan natuurlijk.

Het is waarschijnlijk (hopelijk) overbodig om te melden dat een goed ingerichte en redundant uitgevoerde opslag je niet vrijwaart van een degelijk back-up!?

Opmerking juli 2014: Hoewel de type aanduidingen van de genoemde apparaten al niet meer aktueel zijn en de bedragen waarschijnlijk ook niet gaat het verhaal nog steeds op voor de huidige modellen.

iPad inzetten als Porfolio?


Steeds meer fotografen ontdekken de iPad als nieuwe manier om hun portfolio aan geïnteresseerden te presenteren. Daar waar een fysieke portfolio relatief veel werk kost om actueel te houden is dat bij de iPad veel gemakkelijker. Naast het up-to-date houden van je portfolio, zonder dat daar kosten aan verbonden zijn, kun je hem eenvoudig telkens aanpassen aan je (wisselende) publiek.

Net als bij een fysieke portfolio wil je natuurlijk wel dat je foto’s op hun best gepresenteerd worden en Matt Kloskowski heeft daarvoor alweer een poosje geleden een tweetal presets samengesteld waarmee je vanuit Lightroom foto’s kunt exporteren die geoptimaliseerd zijn voor het iPad scherm.
Het viel Matt namelijk op dat de foto’s er veel beter uit zien wanneer de afmetingen exact overeenkomen met die van het iPad scherm. Beter dan wanneer je iPhoto of de iPad zelf de foto’s laat resizen.

Lees hier op ‘Adobe Photoshop Lighroom Killer Tips’ Matt zijn ervaringen,  je kunt er bovendien zijn presets downloaden.

dinsdag 10 mei 2011

Lancering Media Pro 1

Hoewel er nog met geen woord over wordt gerept in de "press room" van PhaseOne is er sinds vandaag wel een download beschikbaar van "Media Pro 1", eindelijk!
Media Pro 1 is hun nieuwe DAM (Digital Asset Manager), een professioneel foto beheer programma en het is gebaseerd op het eerder van Microsoft overgenomen Expression Media 2 (en daarvoor was het iView MediaPro). Vanuit de historie bestaat er een trouwe schare aanhangers, veelal professionele fotografen die natuurlijk allemaal benieuwd zijn naar wat Phase One er van gebakken heeft.
Hoewel ik op deze plek normaal gesproken geen reviews doe ga ik het programma natuurlijk wel even flink aan de tand voelen en kom er hier dan ook zeker op terug. Mochten er geen reviews op internet verschijnen dan kan het zijn dat ik er hier dus nog wat uitgebreider op terug kom.

Voor de geïnteresseerden; de releasenotes zijn hier verkrijgbaar.

Heel interessant zijn de 5, 10, 20 en 50 multi user seat licenties waarover op de site wordt gesproken! Dit impliceert dat het programma nu voor het eerst multi-user geschikt is.

Prijsinformatie:

Single licence users:
Gebruikers van Microsoft Expression Media kunnen upgraden voor 39,- euro
Gebruikers van iView MediaPro kunnen upgraden voor 49,- euro
Nieuwe aanschaf, dus zonder upgrade, kan voor 139,- euro

Multi license users:
5 seats 299,- euro
10 seats 549,- euro
20 seats 949,- euro
50 seats 1999,- euro

Alle prijzen zijn voor EU gebruikers nog excl. 25% VAT naar het schijnt...


zondag 1 mei 2011

Gestolen camera? Vind hem terug dankzij metadata!

Terugkerende bezoekers van m’n blog weten dat het gebruik van metadata een beetje een stokpaardje van me is. Echter ben ik niet de enige, gezien de toepassing die Matt Burns gemaakt heeft om met behulp van metadata je gestolen camera terug te vinden. Althans , als je over Google Chrome of Firefox beschikt…

Wanneer je een foto ,die gemaakt is met de betreffende gestolen camera, op de startpagina van 'Stolencamerafinder' sleept, wordt het serienummer uit de metadata (concreet gaat het hier om de EXIF gegevens) van de betreffende foto uitgelezen. Dit wordt vervolgens weer gebruikt om het internet af te zoeken naar foto’s die dit serienummer bevatten en dus met de betreffende camera of smartphone moeten zijn gemaakt.

Mocht je geen zoekresultaten krijgen dan biedt de site een optie om een ‘missing camera report’ in te vullen. Je krijgt dan een e-mail wanneer er later alsnog zoekresultaten ontstaan.

Met Chrome en Firefox kun je rechtstreeks een foto op de pagina slepen maar mocht je alleen over Internet Explorer beschikken of geen foto’s bij de hand hebben, dan kun je ook alleen het serienummer intoetsen.

http://www.stolencamerafinder.com/

Aanvulling medio januari 2014:
Er is nu ook 'Lenstag', een gratis online service voor iOS, Android en je webbrowser om eenvoudig de serienummers van je objectieven te registreren. Het idee is dat mensen voor aankoop van een objectief eerst even checken of hij niet als gestolen geregistreerd staat.

http://digital-photography-school.com/lenstag-camera-theft?utm_source=feedburner&utm_medium=twitter&utm_campaign=Feed%3A+DigitalPhotographySchool+%28Digital+Photography+School%29 

Nog een aanvulling:
Metadata kan voor nog meer handige toepassing gebruikt worden zoals bij het kopen van tweedehands apparatuur: https://digitaalfotobeheer.blogspot.nl/2013/07/metadata-bij-fotos-handig-en-wel-om.html