skip to main |
skip to sidebar
Zoek op trefwoord in al mijn blogartikelen
Standaard krijgen foto's hun naam van de camera waarmee ze gemaakt zijn. Meestal is dit iets in de trant van DSC_5750 of iets dergelijks.
Veel mensen hebben de neiging om deze nietszeggende naam om te zetten in iets herkenbaars als "Vakantie_2008_01" of zo maar mijn advies is om dit niet te doen. Gebruik in plaats daarvan een consistente naamgeving voor al je foto's volgens het formaat jaar_maand_volgnummer (JJJ_MM_XXX), zoals bijvoorbeeld 2008_08_001.
Er zijn tal van voordelen om dit advies op te volgen, ik zal er een paar noemen:
- De foto's worden altijd in de juiste volgorde getoond, althans wanneer de nummering altijd 3 of 4 karakters bevat zoals in het voorbeeld
- Er is in een oogopslag te zien of er hiaten zijn. Ik adviseer om de namen van de foto's pas om te zetten wanneer de mislukte foto's zijn verwijderd. In dat geval ontstaat er dus een ononderbroken genummerde lijst met foto's
- Het onderwerp dat je in de naamgeving kwijt zou willen is per definitie onvoldoende. Je wilt tenslotte niet een hele omschrijving in de naamgeving kwijt maar hoogstens enkele woorden. Deze woorden blijken in de praktijk onvoldoende te zijn om een bepaalde foto later weer te kunnen vinden. Terugvinden van foto's doen we dan ook niet op naam maar op inhoud van bijvoorbeeld meegegeven trefwoorden (metadata)
De hierboven voorgestelde naamconventie voorkomt ook nog dubbelingen. De door de camera meegegeven nummer begint na tienduizend foto's namelijk weer van vooraf aan. Een beetje fotohobbyist komt dan na verloop van tijd dus met foto's te zitten die dezelfde naam hebben. Door in de naam jaartal, maand en volgnummer op te nemen voorkom je dit probleem omdat die combinatie niet weer voorkomt.
Aanvulling dd april 2015: Over dit onderwerp heb ik een nieuw artikel geschreven: https://digitaalfotobeheer.blogspot.nl/2015/04/workflow-optimalisatie-andere-foto.html
Bij alle digitale camera's wordt software meegeleverd en wanneer je die installeert wordt het overzetten van de foto's van camera naar computer volgens de leveranciers vereenvoudigd maar het tegengestelde blijkt vaak het geval.
Weliswaar herkent de software het wanneer de camera wordt aangesloten of wanneer de fotokaart in de kaarthouder wordt gestoken maar vaak is niet duidelijk waar de foto's nu precies op de computer blijven. Komen ze nu in Mijn documenten, Mijn afbeeldingen of is het een map die de software zelf heeft aangemaakt? In vrijwel alle gevallen kan deze locatie wel worden aangepast maar is het aanpassen er van lastig of lastig te vinden.
Ik pleit er dan ook voor om volledige controle te houden over de transport van de foto's van camera naar computer en wat ligt er meer voor de hand om daar de verkenner voor te gebruiken. Deze is eenvoudig in gebruik en de meeste mensen kennen de werking al, in tegenstelling tot alle nieuwe software die je minstens moet leren kennen.
TIP: De-installeer de software die je eventueel hebt geïnstalleerd toen je je camera kocht en die het overzetten voor je uit handen wil nemen. Mocht je dit te rigoureus vinden, maak het dan in ieder geval onschadelijk;
In de meeste gevallen zal deze applicatie rechtsonder in het venster, op de zogenaamde taakbalk, te vinden zijn. Door er met de rechtermuisknop op te klikken kan het worden geopend en met een beetje geluk zijn daar de automatische-start-instellingen te wijzigen. Helaas heeft bijna ieder merk camera zijn eigen software waardoor het onmogelijk is ze allemaal te bespreken maar neem er even de tijd voor om dit te regelen want je hebt er later een hoop plezier van.
TIP: Een alternatief voor bovenstaande is om de ingestion software, want zo heet het overbrengproces van Camera/Cardreader naar je computer, wel goed te leren kennen. Veel van deze software heeft namelijk mogelijkheden om tijdens het overbrengproces meteen een aantal zaken voor je te regelen zodat je dit niet meer achteraf hoeft te doen. Denk daarbij aan zaken als
- Hernoemen
- Opslag op meerdere locaties tegelijk (backup)
- Toevoeging van metadata (copyright, locatie, trefwoorden, etc)
Update: zie aug 2010
In de ideale situatie zou er een exacte reproductie plaatsvinden van kleuren van het origineel (bijvoorbeeld een digitale foto) naar het gewenste doel (bijvoorbeeld een afdruk), de praktijk is echter weerbarstiger.
Waar het bij color management om gaat is dat je de foto zoals je die op je scherm ziet er net zo uit komt te zien bij het afdrukken. Ieder apparaat (input, monitor, output) dat je gebruikt heeft een zogenaamd color profile (kleurenprofiel) en zoals je begrijpt zijn die zelden of nooit identiek aan elkaar. Het resultaat op je scherm is dan ook anders dan de uiteindelijke afdruk en daarom moet er dus afstemming plaats vinden, dat noemen we color management.
Het is vanzelfsprekend dat color management belangrijk is maar hoe regel je dat nu in een niet-professionele setting?
In een professionele omgeving zal men de gebruikte apparatuur (scanners, monitoren, printers) met speciale apparatuur kalibreren zodat precies bekend is wat de 'afwijking' ten opzichte van elkaar is. Het kleurprofiel van een fotoscanner kan dan worden afgezet tegen die van een monitor en printer zodat de benodigde correcties kunnen worden toegepast om het eindresultaat er volgens verwachting uit te laten komen.
Nu, de meeste particulieren zullen niet over dit soort kalibratieapparatuur beschikken maar toch zijn er wel mogelijkheden om aan color management te doen.
Zo bestaat er bijvoorbeeld een associatie van de belangrijkste spelers in de foto industrie (Adobe, Agfa, Kodak, Canon, CeWe, Fujicolor, Leica, etc), Photoindustrie-Verband genoemd, waar je de DQ-tool kunt vinden. Eigenlijk is dit geen echte tool in de zin dat je een programma download en installeert maar het betreft een set van eenvoudige hulpmiddelen.
De DQ-tool is specifiek gemaakt voor particulieren die thuis op de computer hun foto's willen kunnen bewerken, deze over het internet kunnen bestellen bij een afdrukservice en toch een uniforme afdrukkwaliteit kunnen verwachten.
Concreet betreft het simpelweg het afstellen van de monitor aan de hand van een referentieafdruk. Een puur visuele aanpassing dus en er zijn geen kostbare of complexe color management systemen voor nodig. Iedereen kan het gebruiken hoewel het duidelijk mag zijn dat het geen volwaardig alternatief is voor genoemde systemen in bijvoorbeeld professionele omgevingen.
Surf naar de website en haal daar vier bestanden op of download ze rechstreeks met onderstaande links:
- De DICTinfo_E.pdf waarin een stapsgewijze beschrijving van de handelingen (engels), de duitse versie staat hier.
- DQ-Tool Contrast e.jpg
- DQ-Tool Monitor e.jpg, en de
- DQ-Tool print 13x18.jpg
De DQ-Tool print 13x18.jpg betreft een foto die je laat afdrukken bij je favoriete afdrukcentrale. Beide andere jpg'g worden daarna gebruikt om je monitor mee af te stellen, ondermeer door deze te vergelijken met de eerdergemaakte referentieafdruk.
Automatische Kleuraanpassing in IrfanView
Vanaf versie 4.1 heeft IrfanView een optie 'Automatische kleuraanpassing' die verrassend goed uitpakt bij veel zelf gescand materiaal. Kleurverzadiging, helderheid, Contrast en scherpte worden geoptimaliseerd.
Mooi is dat deze optie ook in te zetten is in batch, dus voor veel foto's tegelijk.
Ik heb een beschrijving met schermafbeeldingen gemaakt, bekijk hem op http://www.box.net/shared/50x9dyacv6
In het kader van het digitaliseren van m'n archief viel m'n oog op een stapeltje Photo CD's, let wel de 'echte' van Kodak, onder in de kast.
Voordat ik zelf scande heb ik in de loop van de tijd (selectief) behoorlijk wat foto's en dia's op Photo CD laten zetten met als belangrijkste reden er t.z.t. iets mee op de computer te kunnen.
Nu ik de foto's wil onderbrengen in m'n digitale archief blijken ze echter niet zo maar te openen in wat voor programma dan ook; Windows verkenner, Imaging (vroeger van Kodak en standaard met Windows meegeleverd. Daarna is het overgenomen door Global360 -tegenwoordig van Open Text- en moest je het los bij kopen) maar ook PhotoShop. De op de Photo CD aanwezige PCD bestanden worden dus niet zo maar meer herkend en ik moest dus eerst op speurtocht naar een alternatieve optie om ze te openen.
Verwar Photo CD overigens niet met Picture CD of andere foto cd formaten. Op de meeste media staan de foto's als jpg maar Photo CD kent het PCD formaat waarin een foto in een aantal verschillende resoluties is ondergebracht in een enkel bestand.
Eerst maar even gekeken op Wikipedia ,waar ik lees dat het Photo CD formaat intussen al weer een aantal jaren gediscontinueerd is (2004) en niet meer door kodak wordt ondersteund maar door twocatdigital. Ook zie ik inderdaad bevestigd dat iedere foto tot 6 verschillende resoluties in een enkele bestand is opgeslagen.
Voor mij is het interessant hoe ik bij de hoogste resolutie scans kan komen. In mijn zoekresultaten op dit onderwerp werd een advies telkens herhaald; openen in irvanview en dan opslaan in een ander formaat, TIF of zo.
Echter gaf dit een erg slecht resultaat waardoor ik het idee had dat Irvanview niet de hoogste resolutie van de scan had geopend en dit bleek inderdaad het geval, althans standaard.
Hieronder volgen de handelingen die je wel toegang verlenen tot de hoogste resolutie:
- Open IrvanView en navigeer naar de Photo_CD\Images directory
- Open een afbeelding (bestandsnaaam.PCD)
- Kies binnen IrvanView in het menu Opties op Eigenschappen
- Kies nu bij Foto CD - Laadgrootte voor 16 Base (3072x2048 pixels) en bevestig met OK
- Heropen de foto nu door in het menu Bestand te kiezen voor de optie heropen
- De foto staat nu in de hoogste resolutie op je scherm en kan als bijvoorbeeld TIF worden opgeslagen
Het is al een heel werk om de digitale foto's goed te beheren, hoe doe je dat dan met het opgebouwde 'analoge' archief van al je negatieven en dia's. Met een beetje 'geluk' ook nog in diverse formaten. Vragen die dan ongetwijfeld bij je opkomen zijn ondermeer;
- Koop je een negatief/dia scanner of huur je die?
- Ga je met een flatbad of een 'echte' negatiefscanner werken?
- Welke kwaliteit?
- Gooi ik m'n origineel filmmateriaal weg of niet
Ik realiseer me dat er geen ideale aanpak bestaat, iedereen maakt de afwegingen die voor hem of haar het belangrijkst zijn. De uitkomst zal vaak verschillen maar wellicht dat iemand iets heeft aan de manier waarop ik tot een besluit ben gekomen.
Om met de eerste vraag te beginnen, het scannen van negatieven, dia's e.d. duurt zo lang dat het niet uit kan om daarvoor apparatuur te huren. Dit zou alleen kunnen wanneer je hebt besloten om maar een beperkte selectie van je materiaal te gaan scannen. Ik wilde echter ALLES digitaliseren dus kopen was m'n enige optie.
Flatbad of niet? Nu, deze vraag is wat lastiger te beantwoorden. In eerste instantie ging ik voor de beste kwaliteit en kwam dus uit op een 'echte' negatiefscanner. De keerzijde leer je pas in de praktijk en die blijkt dat je op deze manier erg veel tijd kwijt bent met het scannen van je materiaal. Je kunt hoogstens een strook negatieven (6 frames) of 4 dia's (ingeraamd) kwijt en telkens moet je die dus weer met de hand wisselen. Het scannen zelf duurt zo lang dat je daar niet op gaat zitten wachten maar het werkt ook niet door een kookwekker te zetten en ieder uur terug te lopen naar je computer.
Nog meer nadelen zijn dat mijn middenformaat materiaal er niet mee gescand kan worden en ik heb zelfs nog wat 4x5" negatieven en dia's liggen.
Een flatbad gekocht dus. Ik kan er 24 kleinbeeld frames tegelijk (in een enkele 'batch') mee scannen en bovendien kan dat met AL mijn materiaal; pocket, instamatic, kleinbeeld, 4,5x6, 6x6 en 4x5".
En de kwaliteit dan?
Nu, ik heb besloten om niet al mijn materiaal in de hoogst mogelijke kwaliteit te gaan scannen. De apparatuur zal ieder jaar beter en sneller worden dus ik ga in eerste instantie voor een letterlijke 'quick scan', proberen om al mijn materiaal binnen een afzienbare tijd te scannen op 800 dpi om in ieder geval inzichtelijk te hebben wat er allemaal is.
Bovendien is kwaliteit natuurlijk een rekbaar begrip. Ik heb bijvoorbeeld best wat materiaal dat niet helemaal vlak is, destijds in de centrale niet goed gedroogd of zo en omdat een 'echte' negatief/diascanner een relatief kleine scherptediepte heeft krijg je dus vrij snel onscherpte. Een vlakbedscanner heeft over het algemeen een wat grotere scherptediepte, in mijn geval een voordeel dus.
Gescand in 800 dpi zijn de beelden prima te beoordelen en te 'taggen', ik tag alle opnames waarvan ik de kwaliteit goed genoeg vindt om later nogmaals in een hoger resolutie te kunnen scannen. Ik overweeg om daarvoor dan een weekend lang een scanner te huren met een hogere kwaliteit dan m'n eigen.
Aan deze set (hoge resolutie) scans kan ik dan vervolgens veel meer tijd besteden bij het pre-process om tot een optimaal eindresultaat te komen. Het bulkgebeuren laat ik namelijk zo veel mogelijk op de automatische piloot gebeuren om de snelheid er een beetje in te houden.
Deze aanpak verzekert me er van dat ik mijn materiaal in een relatief korte periode goed inzichtelijk krijg. Doordat ik foto's beter terug kan vinden zal de waarde er van toenemen. Bovendien voorkom ik misschien zelfs verlies door bijvoorbeeld schimmel. Een aantal dia's bleken hierdoor al verloren te zijn gegaan.
Wanneer ik al het materiaal onder ogen heb gehad kan ik beter beoordelen wat er mee te doen en dat is dus de belangrijkste reden voor de keuzes die ik heb gemaakt:
1. Een flatbescanner in eigendom:
- Scannen op een relatieve lage resolutie maar met een hoge verwerkingssnelheid
- Het gebruik van zo groot mogelijke batches t.b.v. de hoge verwerkingssnelheid
- Relatief grote scherptediepte (gunstig bij kromgetrokken film)
- Alle filmformaten, niet alleen maar kleinbeeld
2. Huurscanner wanneer nodig:
- Bij materiaal waarbij dit kwalitatief verantwoord is
- Altijd de hoogst mogelijke kwaliteit van dat moment
- Middel kan nauwgezet worden afgestemd op het doel
Het zal dan ook geen verassing zijn dat ik m'n originele dia's en negatieven niet weg gooi!
Ik scan ze nu al niet in de hoogst mogelijke kwaliteit maar sla ze ook nog eens op in het lossy JPG formaat. De kans is dus 100% dat ik in de toekomst bepaalde opnames nog eens opnieuw wil scannen. Maar daarvoor moet ik wel weten waarover het gaat en daar is mijn hele opzet op afgestemd.

Vandaag wil ik het hebben over de metadata die je aan een foto kunt meegeven om bijvoorbeeld later terugvinden te vergemakkelijken.
De camera zelf genereert al metadata zoals sluitertijd, diafragma, datum en tijdstip van de opname. Dit is de zogenaamde EXIF data maar er is ook data die bedoeld is om ingevuld te worden door de fotograaf zelf. Dit zijn de IPTC velden. Een van de belangrijkste IPTC velden is het Keyword (trefwoord) veld omdat die zo breed gebruikt wordt en bovendien goed uitwisselbaar is tussen verschillende applicaties.
Bij het lezen van 'The DAM Book' van Peter Krogh (een echte aanrader, zie http://www.thedambook.com/ ) was ik er direct van overtuigd dat het grondig toepassen van trefwoorden de waarde van mijn fotocollectie zou (gaan) vergroten.
Echter bleek het in de praktijk toch lastiger dan tevoren gedacht, met name het 'grondige'. Waar ik gisteren nog het begrip 'milieu' gebruikte was dat vandaag 'natuur' en het dreigde op een rommeltje uit te lopen.
Ik vond dus dat ik een consistente lijst met trefwoorden moest aanleggen volgens de principe van 'controlled vocabularies'. Tijdens de zoektocht naar best practices kwam ik terecht op een artikel van Dan Heller die een zeer selecte toepassing van Keywords propageert. Hoewel zijn uiteenzetting mij ook weer aan het twijfelen heeft gebracht is het artikel zeer de moeite van het lezen waard: http://www.danheller.com/blog/posts/keywording-and-future-of-stock.html
'Slim' omgaan met trefwoorden:
In het kort komt het er op neer dat hij het afraadt om vervoegingen, meervoudsvormen, vertalingen en dergelijke als trefwoord op te nemen. Een intelligente zoekmachine zou deze variaties op, wat hij de 'stam' noemt, zelf moeten kunnen distilleren (niet dat dat nu al het geval is maar toch).
Het probleem is volgens Dan 'trefwoord-vervuiling' met als gevolg vals-positieve zoekresultaten. De foto die jij of een klant zoekt komt niet boven de rest uit waardoor je hem niet zult vinden.
Een foto is bijvoorbeeld voorzien van de trefwoorden 'vrouw' en 'oude man'. Op de zoekopdracht 'oude vrouw' zal deze foto onterecht toch getoond kunnen worden omdat beide woorden voorkomen. Een vals positief resultaat dus hoewel het afhangt van de mogelijkheden van de zoekmachine om te zoeken op verschillende woordcombinaties.
Dit probleem wordt verergerd door systemen die automatisch trefwoorden aan foto's toevoegen (zoals foto stock bureaus).
De kunst van het toekennen van trefwoorden zit hem volgens Dan dan ook niet zozeer in het accuraat beschrijven van wat er zich op de afbeelding bevindt maar met name in de conceptuele begrippen zoals toekomst, geluk, e.d. omdat alleen de menselijke geest in staat is om die te koppelen aan het betreffende beeld.
Context:
Tenslotte hanteert Dan het begrip 'Contextualisatie ', dat wil zeggen dat de relatie tussen trefwoorden onderling wordt aangegeven. Momenteel is het nog vaak zo dat alle trefwoorden dezelfde 'waarde' hebben.
Context toekennen aan trefwoorden onderling is momenteel helaas nog niet mogelijk, de syntax daarvoor ontbreekt domweg nog.
Een notatie als oude:man zou de context tussen oude en man duidelijk maken waardoor de afbeelding niet bij een zoekopdracht oude vrouw tevoorschijn komt. Maar zoals gezegd, deze syntax ontbreek nog en wordt dus niet herkend door zoekmachines in de markt. Individuele programma's zoals Adobe Bride en Lightroom van Adobe kennen al wel 'hierarchical keywords' waarmee context tussen keywords in de afbeelding kan worden vastgelegd.
Uitwisselbare standaarden is wat we hier eigenlijk nodig hebben.
Wordt vervolgd…