Zoek op trefwoord in al mijn blogartikelen

woensdag 1 april 2015

Workflow optimalisatie: andere foto naamgeving



De naamgeving van mijn foto’s voldeed niet meer en ik wilde dan ook al een poosje overgaan naar een nieuwe naamgevingsconventie. 
Een natuurlijk moment daarvoor leek mij de(recentste) jaarovergang.

Mijn conventie had ik ooit opgezet als 
Jaar – Maand – Volgnummer. 

Het format was YYYY_MM_XXXX 
Daarmee zou ik dus 9999 foto’s per maand kunnen maken zonder in de problemen te komen, naamgevingstechnisch gezien dan.
Niet dat ik al tegen deze grenzen aan ben gelopen maar ik heb wel gezien dat je vrij gemakkelijk in de buurt kunt komen. Op vakantie bijvoorbeeld wanneer je veel materiaal in een relatief korte periode maakt gaat het toch al snel om duizenden foto’s.

Het tweede argument was dat we met meerdere personen in huis zijn die foto’s maken. Wanneer we allemaal dezelfde naamgevingsconventie gebruiken, is dus niet meer te zien van wie welke foto is. Ongetwijfeld ontstaan er foto’s met dezelfde naam en dat kan tot verwarring leiden of zelfs tot overschrijving van de ene foto door een andere…

Kortom, een nieuwe naamgevingsconventie dus! Maar welke?

In de diverse fora lopen de meningen behoorlijk uiteen. De argumenten variëren van een ‘unieke identifier only’ tot een naam waarin ook onderwerp van de shoot is opgenomen. In deze laatste aanpak geloof ik overigens nog steeds niet omdat het te willekeurig is en aan interpretatie onderhevig.  Wanneer je bijvoorbeeld een huwelijksreportage schiet, komt de naam van het bruidspaar dan in de naam? Of dat het een huwelijksreportage is? Dat het een opdracht is of persoonlijke shoot? Hier is geen eenduidig antwoord mogelijk waardoor ik er al jaren geleden over uit was dat de foto gewoon een uniek id moet hebben en anders niet. De rest van de informatie over de foto komt in een beheersysteem; je DAM (Digital Asset Management software), Lightroom bijvoorbeeld. Vroeger toen ik analoog schoot deed ik overigens niet anders. De foto werd uniek geïdentificeerd door het negatiefnummer op het rolletje + het nummer dat ik de filmrol had gegeven + de (jaar) mappen waarin ik de negatieven opborg. 
Alle gegevens over de opname (metadata) hield ik bij in een excel sheet (en daarvoor gewoon op papier).

De vraag nu is hoe een goede unieke identifier er eigenlijk uitziet in het digitale tijdperk.

Volgens mij is dat wanneer je er uit op kunt maken door WIE de foto WAAR en WANNEER is gemaakt. Tenslotte kan dezelfde persoon maar één foto tegelijk maken op dezelfde plek op aarde, op hetzelfde moment. Stel dat er nog een andere persoon bestaat met dezelfde naam en die dezelfde naamgevingsconventie gebruikt, dan nog heb je geen overlappende bestandsnamen omdat die persoon niet op dezelfde plek en op hetzelfde moment een foto kan maken als jij. Waterdicht toch?

Zoiets zou er dan uit komen te zien als Naam_Datum_Tijd_Coördinaten.
In theorie ziet dat er nog wel werkbaar uit maar een concreet bestand zou dan bijvoorbeeld de volgende naam hebben: RoelofMoorlag_20150226_093545_244325S_152815E.DNG. Met zo’n 50 karakters is dat wel erg lang voor een bestandsnaam…

Bovendien worden de GPS gegevens niet altijd goed in de camera geregistreerd. Het zou wel erg veel werk zijn om die telkens te moeten opzoeken voor de foto’s (ook de wat minder goede foto’s waarin de camera dat niet gedaan heeft). Wanneer de coördinaten onderdeel zijn van je naamgevingsconventie kom je hier niet onderuit.

Mijn besluit is dan ook om de coördinaten niet in de naam op te nemen. Om de naam nog wat korter te maken kies ik er voor om m’n initialen te gebruiken in plaats van m’n volledig naam. Daarmee wordt het iets als: RM_20150226_093545.DNG

Ik twijfelde nog over een volgnummer. De naamconventie gaat er weliswaar van uit dat ik iedere seconde een unieke foto kan maken maar de moderne camera’s laten meer foto’s per seconde toe… Omdat ik niet vaak sportfoto’s maak is de kans hierop niet zo groot maar het is theoretisch wel mogelijk. Gelukkig neemt Lightroom deze zorgen voor me weg door het automatisch toevoegen van een volgnummer wanneer er meerdere foto’s in dezelfde seconde worden gemaakt. Handig!

Sowieso was een belangrijke voorwaarde voor mijn nieuwe naamgevingsconventie dat Lightroom hem volledig automatisch zou moeten kunnen uitvoeren. Ik wil er tenslotte minder werk van krijgen, niet meer!

Het concrete sjabloon (aanklikken voor grotere afbeelding):

Nadelen?

Ten opzichte van mijn vorige workflow ga ik er in theorie op twee punten op achteruit:

1) FOLDERNAAM:
Bij het importproces waarbij de foto’s van de fotokaarten naar de computer worden overgebracht hernoemde ik altijd de folder waarin deze foto’s terechtkwamen. Concreet naar:  “eerste foto nummer -laatste foto nummer” en dit registreerde ik dan in een Excel sheet
(De nummers waren overigens gewoon de nummers die de camera aan de opnames mee had gegeven). Dit zag er zo uit:

Op deze manier was in een oogopslag te zien of er misschien een kaart ‘vergeten’ was. De nummers sluiten namelijk naadloos op elkaar aan. Een hiaat valt meteen op. In zo'n geval kon ik meteen een onderzoek naar de oorzaak starten. Een ‘vergeten kaart’ is me overigens nooit overkomen waardoor deze manier van werken dus altijd een 'verzekering' is gebleven.

Bij mijn huidige opzet neem ik dus afscheid van deze controleslag maar daar komen andere voor terug:

Zo ben ik vrij gestructureerd in het bijhouden van mijn fotokaarten. Ik heb een doosje met lege kaarten en een doosje waarin de volle gaan en het ene doosje is zwart en de ander zilverkleurig.

Daarnaast is de kans op een ‘vergeten’ kaart natuurlijk het grootst na thuiskomst van bijvoorbeeld vakantie. Ik heb er voor gekozen om de bestanden in Lightroom binnen te laten komen gesorteerd in datum-mappen. Hoogstwaarschijnlijk zal ik iedere dag foto’s hebben gemaakt en op die manier valt een lege plek ook snel op:


  2) BESTANDSNAAM:

   Het tweede onderdeel waarop ik theoretisch in heb geleverd is de naamgeving van de bestanden zelf. Voorheen hernoemde ik mijn bestanden pas na de eerste selectie (verwijderingen). Daardoor onderhield ik dus altijd een ononderbroken reeks:

Het idee hierachter is dat er geen ‘HIATEN’ mogen bestaan, de reeks hoort ononderbroken door te lopen. Ontbreekt er een nummer dan is er blijkbaar iets aan de hand en moet er actie worden ondernomen.

Echter blijkt in de praktijk dat er zo veel foto’s worden gemaakt dat een visuele controle er bij in schiet of eigenlijk ondoenlijk is. In theorie klopt het dus maar in de praktijk blijkt het geen toegevoegde waarde (meer) te hebben.

Wat ik er nu voor terug heb gekregen is de Lightroom optie ‘Alle ontbrekende foto’s zoeken’ onder het menu ‘Bibliotheek’.  Die worden vervolgens in een overzicht getoond zodat je nader actie kunt ondernemen:

Zo kunnen de betreffende foto’s bijvoorbeeld vanuit een back-up terug worden gezet (en je kunt een onderzoek starten naar waarom de foto’s überhaupt verdwenen waren). De test zal nu het volgende melden:

Lightroom biedt mij nu dus een geautomatiseerd alternatief voor de eerder beschreven visuele inspectie. De inspectie die ik toch al niet uitvoerde... Wat in eerste instantie op achteruitgang leek blijkt eigenlijk dus vooruitgang te zijn!

zondag 1 maart 2015

Wijziging in m’n (ster)waarderingssysteem



Na de overgang naar Lightroom begin 2015 heb ik meerdere vereenvoudigingen in mijn workflow proberen aan te brengen. Ditmaal betreft dat m'n (ster)waarderingssysteem.

Potentieel ben ik nu minder tijd kwijt aan het beheer van mijn foto’s en de praktijk zal nu uitwijzen of dat ook werkelijk het geval is.

Kwestie?

Over sterwaarderingen schreef ik al eens eerder en ik beschouw het nog altijd als één van de belangrijkste instrumenten om je werk te beheren (beheersen). 

Een consistente toepassing daarbij is erg belangrijk! Gebleven is dan ook de ‘verhouding’ van ongeveer 1:10 die ik eerder beschreef. Op iedere 5-sterrenfoto staan 10 foto’s met 4 sterren en 100 met 3. Hier de huidige inhoud van m’n eigen bibliotheek:

Omdat de sterwaardering zo belangrijk is moet je er dus voor zorgen al je foto’s ook daadwerkelijk van een waardering worden voorzien.
In het verleden gaf ik alle binnenkomende foto’s dan ook een label mee (de kleur rood) zodat het duidelijk was dat deze foto’s nog beoordeeld moesten worden. Na beoordeling (dat konden destijds ook 0 sterren zijn) haalde ik de kleurlabel er weer van af. In een ideale situatie had ik dus geen rood gelabelde foto’s en was alles beoordeeld, ook de foto’s met nul sterren.

Hoewel het niet echt veel werk is om een foto eerst van een rood kleurlabel te voorzien en die na beoordeling weer weg te halen zijn het toch weer (een paar) extra handelingen. Met een beetje moeite is dit te vereenvoudigen.


Tot nog toe gebruikte ik eigenlijk alleen de eerste vier sterren plus de 0 sterren waardering.
Om totaal vijf niveaus dus, dit met het idee dat ik de vijf sterren in de toekomst nog eens zou willen gaan gebruiken om de allerbeste foto’s uit mijn vier sterren collectie te differentiëren. Echter blijkt dat na al die jaren nog steeds niet nodig. Ik heb namelijk 26 vier sterren foto’s en ook met een snellere aangroei dan tot nu toe is er geen reden om een extra niveau daarboven toe te voegen. Met andere woorden, mijn vier sterren foto’s zouden gerust ook vijf sterren mogen hebben.

Oplossing
Door de ‘reserve’ ster in gebruik te nemen kan ik dus afstappen van mijn rode kleurlabel. Alle foto’s komen namelijk al automatisch binnen met 0 sterren dus wanneer ik het principe hanteer dat iedere foto minstens een sterwaardering moet hebben dan ben ik er ook. Bovendien heeft Lightroom nog een extra laag tot zijn beschikking en dat betreft de reject/geweigerd optie, Ik heb dus armslag voldoende…

Op dus naar het volgende systeem:

Hier inclusief de criteria die ik hanteer (aanklikken voor een grotere afbeelding):

Het liefst doorloop ik meteen na het overzetten van de foto's naar de computer alle foto’s die nog geen ster hebben maar uiteraard kan dit ook later. 
Je weigert ze (met een X) of je geeft ze een ster (of meer). Foto’s zonder sterren komen dus in principe niet meer voor

Foto’s die nog gewaardeerd moeten worden zijn eenvoudig te herkennen (die hebben namelijk geen ster). Voor nog meer gemak kan er eenvoudig een slimme verzameling voor aangemaakt worden. Hier is te zien dat je bovendien kunt voorkomen dat geweigerde opnames in de slimme verzameling getoond worden (door deze uit te sluiten):

‘Migratie’
Voordat ik m’n huidige foto’s simpelweg even een ster ‘upgrade’ zorg ik toch eerst even voor de administratie.

Voor iedere ster maak ik een (statische) verzameling. Ik selecteer alle foto’s met een bepaalde sterwaardering en sleep die naar de betreffende verzameling. Dit gaat het gemakkelijkst vanuit het Bibliotheekfilter (boven de foto’s). Klik op ‘Kenmerk’. Naast ‘Classificatie’ kun je dan aangeven op welke sterwaardering je wilt filteren.

NB: Zorg er wel voor dat het filter wel op = staat en niet op het groter-of-gelijk-aan-teken. Dat is namelijk wel de voorkeurstand. Door op het teken te klikken kun je hem aanpassen aan het = teken. Wanneer je nu twee sterren aanklikt worden alleen de foto’s getoond met twee sterren en niet de hoger gewaardeerde:


Wanneer je nu alle foto’s met één ster in de verzameling voor 1 ster hebt gesleept en die met twee sterren in de verzameling 2 sterren enzovoort, kun je ze gaan wijzigen.
  • Selecteer de set foto’s met 1 ster en verhoog de waardering naar 2 sterren door(bijvoorbeeld) simpelweg de 2 op het toetsenbord in te toetsen.
  • Ga nu verder naar de volgende verzameling, selecteer de foto’s daar en geef ze de nieuwe waardering. Ga verder naar de volgende totdat alle sterwaarderingen zijn opgewaardeerd.

De tijdelijke verzamelingen die zijn aangemaakt om de administratie bij te houden kunnen nu verwijderd worden.

In principe is het werk nu klaar, ware het niet dat mijn workflow nog een extra ‘bewakingsmechanisme’ kent. Ik ‘synchroniseer’ mijn sterwaarderingen namelijk ook altijd naar mijn trefwoorden. Dit als veiligheidsvoorziening tegen het per ongeluk herwaarderen. Het is me in het verleden namelijk wel eens overkomen dat ik, zonder me er van bewust te zijn, meer foto’s had geselecteerd in de veronderstelling dat ik maar één of een paar foto’s had geselecteerd. Wanneer je nu in zo’n situatie een sterwaardering toekent, krijgen alle geselecteerde foto’s die mee. Als je dit meteen merkt dan kun je je handelingen natuurlijk ongedaan maken met Crtl+Z maar de voorziening die ik heb getroffen is voor die keren dat je het niet merkt.

Wanneer de waardering namelijk ook in de trefwoorden onder is gebracht kan bovenstaand ongelukje vrij eenvoudig worden hersteld. Voor een twee-sterren-waardering geef ik bijvoorbeeld het trefwoord RM:2STAR mee. Periodiek controleer ik dan ook even of er verschil zit in het aantal foto’s dat gewaardeerd is met twee sterren en het aantal foto’s dat dit trefwoord heeft meegekregen. Normaal gesproken komen de aantallen overeen en bij verschillen ga ik op onderzoek uit naar de oorzaak. Zonder dit trefwoord blijf je dus in het ongewisse.

In mijn situatie moet dit trefwoord dus ook nog vervangen worden door het juiste trefwoord maar dat kan op exact dezelfde manier als hierboven beschreven met behulp van een tijdelijke (statische) verzameling. Ik heb beide onderdelen (sterwaardering en trefwoord) zelfs tegelijk aangepast en niet na elkaar.

zondag 1 februari 2015

Van Expression Media naar Lightroom



Mijn bevindingen bij de migratie van Microsoft's Expression Media 2 naar Adobe's Lightroom 5.x 

Na een lange periode van oriëntatie en voorbereidingen heb ik uiteindelijk toch de migratie van mijn foto archief ter hand genomen. 

De keuze daarbij is gevallen op Adobe’s Lightroom. Mijn archief onderhield ik tot nog toe met behulp van Microsoft’s Expression Media. Dit programma voldeed lange tijd maar inmiddels niet meer. Eerder schreef ik hier en hier al eens over mijn overwegingen om over te stappen. 
Vandaag blijft het niet bij overwegingen maar ga ik een stap verder en ga daadwerkelijk over. Hierbij  mijn praktijkervaringen daarbij. 

Fysiek heb ik mijn foto’s niet verhuisd!
Ze staan nog altijd op dezelfde plek  (met natuurlijk alle verschillende back-ups die er van bestaan) als voorheen. De migratie betreft dus ‘alleen’ ingebruikname van een nieuw beheersysteem, ook wel DAM genoemd (Digital Asset Management). Daar zijn de foto’s niet echt 'in' opgenomen maar alleen verwijzingen er naar. (Het verschil tussen beheersystemen en browsers beschreef ik eerder hier).  

Catalog sets
Een van de functionaliteiten van Expression Media waarmee de foto’s konden worden georganiseerd waren zogenaamde ‘catalog sets’. Dit zijn een soort virtuele folders of categorieën waaronder je foto’s kunt onderbrengen. Dezelfde foto kan in meerdere van deze catalog sets zijn ondergebracht, iets dat bij 'gewone' folders niet mogelijk is. De foto’s die in onderstaande ‘map’ Fotoalbum zitten staan (deels) ook in de beide andere mappen onder ‘2013 Noorwegen’:

Veel metadata velden zijn gelukkig compatibel met andere beheersystemen. Trefwoorden en sterwaarderingen bijvoorbeeld die je in systeem A aan je foto's toevoegt worden door systeem B herkend. Echter zijn catalog sets specifiek voor Expression media (en zijn voorganger en opvolger, respectievelijk iView Media pro en Phase One Media Pro). Lightroom herkent ze dus niet en daarom kan ik mijn organisatie daarmee niet opnieuw reconstrueren. 

Omdat ik nogal veel catalog sets in Expression Media had aangemaakt (honderden categorieën en subcategorieën) leek het me ook niet handig om dit met de hand te doen.

Ik heb dus als eerste gekeken naar geautomatiseerde oplossingen (zoals deze) maar die bleken toch niet of niet goed te werken. Dus bleef er maar één ding over en dat was een soort tussenoplossing waarbij het trefwoorden veld (keywords) van de foto’s gebruikt (misbruikt?) wordt om informatie over de catalog sets te transporteren van het ene systeem naar het andere:

  1. Als eerste klapte ik (in Expression Media) de volledige boom met catalog sets open en begon bij de onderste set
  2. Door het rondje aan te klikken worden alle foto’s getoond die aan dat criterium voldoen
  3. Alle foto’s worden vervolgens met Ctrl+A geselecteerd
  4. Omschakelen van ‘Organize’ view naar ‘Info’ view waardoor ik toegang heb tot de verschillende metadatavelden
  5. In het trefwoorden/keywords field met tekst het hele pad beschrijven (in het getoonde voorbeeld is dit “Prive, Vakantie, 2013_Noorwegen, Fotoalbum”
  6. Opslaan en evt. een back-up van de EM catalogus maken
  7. De betreffende catalog set verwijderen en daarna door naar wat nu de laatste is (ga naar stap 1). Dit herhalen totdat alle catalog sets 'behandeld' zijn en er dus geen meer over is
  8. Wanneer de informatie van alle catalog sets in de trefwoorden zijn opgenomen moet de informatie nog ‘echt’ naar de fotobestanden worden weggeschreven (gesynchroniseerd).  Tot nog toe werd de informatie namelijk alleen nog maar in de interne database van het programma opgeslagen. Geen enkele foto is dus nog aangeroerd. Omdat met deze laatste stap het bestand echt gemuteerd wordt wacht ik daarmee tot op het allerlaatst. Er zijn namelijk nog een incompatibel velden die ik op vergelijkbare wijze wil migreren:

People
Het Expression Media "People" veld bevat de namen van de personen die op de foto staan. Hoewel het een volledig logisch veld lijkt is het toch geen ‘normaal’ en daarmee compatible (IPTC) veld.

Location/City/State/Country
Hetzelfde als bij 'people' gaat op voor de locatiegegevens; de plek, plaats, provincie en land waar de foto is gemaakt. (zie dezelfde schermafbeelding hierboven).

Beide velden heb ik behoorlijk consequent gebruikt en het zou zonde zijn wanneer de toen aangebrachte informatie bij een migratie verloren zou gaan. Gelukkig zijn hier veel minder handmatige handelingen voor nodig om de gegevens in de trefwoorden/keywords te krijgen dan de eerder beschreven catalog sets:

Er bestaan namelijk twee scripts die dit (voor een selectie foto’s) geautomatiseerd doen:


Het script “People to Keywords” doet dit voor de namen van de personen op de foto’s.
Het script “Place finder to Keywords” doet dit voor de locatiegegevens.

Helaas blijkt het script niet geschikt om ALLE  foto’s in het archief tegelijk te ‘behandelen’ dus ik deel het op in ongeveer 10 sets. Dit lukt performance- technisch net. Het is dus een beetje puzzelen welke aantallen je computer aan kan.

Nadat beide scripts op alle bestanden zijn uitgevoerd kan de laatste stap worden uitgevoerd. Het daadwerkelijk synchroniseren van alle gegevens (in dit geval voornamelijk trefwoorden) naar de fotobestanden. In Expression Media gaat dat als volgt:



Expression Media wordt nu afgesloten en Lightroom opgestart. 
Start een nieuwe, lege catalogus. Daar voeg ik mijn foto directory aan toe:

Bestand/Foto's en Video's importeren. Kies vervolgens voor de optie 'Toevoegen' en niet voor één van de andere drie opties (Kopiëren als DNG, Kopiëren of Verplaatsen). 
Bij 'toevoegen' blijven de foto's gewoon op hun oorspronkelijke plaats staan en leest Lightroom alleen de informatie uit de bestanden in (de meta data). Onderdeel hiervan zijn de zojuist aangepaste trefwoorden.

Wanneer Lightroom klaar is controleer ik als eerste de tellingen. In Expression media had ik de aantallen foto's genoteerd (per folder, totalen, per sterwaardering, etc.). 
In Lightroom zouden deze aantallen dus moeten overeenkomen.  Anders is eerst aanvullend onderzoek nodig.

In mijn geval waren er inderdaad wat verschillen.
Een eerste oorzaak bestond uit tekstbestanden (*.txt). In verschillende directory's had ik deze nog (vanuit het verleden) staan voor verschillende toepassingen. 
Expression Media kon vrijwel alle bestandsformaten aan en dus ook deze txt bestanden. In Lightroom kun je echter alleen foto en videobestanden opnemen. De txt bestanden herkent hij dus niet met als gevolg dat er minder bestanden in Lightroom getoond worden dan in Expression Media. Nog niet alle verschillen konden hiermee worden verklaard.

Een tweede verschil bleek te maken te hebben met een instelling in Lightroom:
Onder inportopties/bewerken/voorkeuren/tab algemeen moet het zinnetje "JPEG bestanden naast RAW bestanden als aparte foto’s behandelen" aangevinkt worden. Standaard is dit niet het geval en aangezien ik een aantal JPG versies naast RAW bestanden had, werden die dus overgeslagen. In feite een actie die snel hersteld kon worden. Dit zette me natuurlijk wel aan het denken over de wenselijkheid van JPG bestanden (derivatieven) in mijn Master Catalogus...

Nadat alle verschillen konden worden verklaard ging ik verder met het reconstrueren van mijn categorie structuur:

Lightroom kent verschillende manieren om structuur aan te brengen in de collectie. Een hele krachtige is de ‘Slimme  verzameling‘. Daarmee kun je  foto’s groeperen aan de hand van criteria zoals trefwoorden, datum of andere metadata. Als eerste wil ik de structuur Privé, Vakantie, 2013_Noorwegen, Fotoalbum uit het voorbeeld (eerste schermafbeelding hierboven) reconstrueren.

Nu, de bovenste niveaus zijn gemakkelijk. Die voeg ik toe als ‘verzamelingsset’, daar zit dus nog geen intelligentie achter en er worden ook geen foto’s in geplaatst, alleen verzamelingen en slimme verzamelingen. 
Het laagste niveau (waar de foto's wel in worden getoond) wordt wel een slimme verzameling met als criterium: Trefwoorden | bevat alles | Privé, Vakantie, 2013_Noorwegen, Fotoalbum:

Op deze manier kan ik al mijn categorieën  reconstrueren hoewel sommigen misschien net wat meer creativiteit zullen vergen dan andere (voor wat betreft de gehanteerde criteria).

Door gebruik te maken van Slimme verzamelingen op basis van alleen trefwoorden probeer ik te voorkomen dat ik afhankelijk wordt van Lightroom. Trefwoorden zijn namelijk compatibel met andere systemen en in de toekomst zou ik mijn organisatie dus vrij eenvoudig mee moeten kunnen nemen naar een ander systeem. In IT land noemen ze dit een exit-strategie en het is goed om daar vooraf over na te denken. In het verleden heb ik dat onvoldoende gedaan waardoor ik nu een hoop werk heb gehad en waardoor ik de migratie ook langer voor me uit heb geschoven dan dat ik eigenlijk had gewild.



Dit artikel is ook als Whitepaper te downloaden:
Van EM2 naar LR5.X

zaterdag 3 januari 2015

2014 in blogs
















Januari:
Maak derivatieven alleen wanneer je ze nodig hebt en bewaar ze niet

Februari:
Aandachtspunten bij het gebruik of aanschaf van een NAS

Beschrijving van Autreplanete, een ‘Social Media Image Maker’

Fotomanipulatie. Is het nieuw? Neemt het toe?

Maart:
Beschrijving van de verschillende mogelijkheden in LR om trefwoorden toe te voegen

April:
Beschrijving van hoe je de standaard ‘splashscreen’ kunt vervangen door een eigen afbeelding

Vanaf versie 5.4 heeft Lightroom extra functionaliteit. Twee nieuwe onderdelen worden in dit artikel beschreven

Mei:
Naast GPS data (waarvoor reeds loggers bestaan) zou ik graag gemakkelijker meer metadata op locatie willen vastleggen.

Juni:
In de stockfotografie zijn er blijkbaar trends voor welke fotografie het meest wordt verkocht. Getty heeft deze voor 2014 in kaart gebracht

De optie staat standaard aan maar is gelukkig eenvoudig uit te vinken en in dit artikel staat beschreven hoe

Juli:
Apple is gestopt met iPhoto en Aperture. Nikon stop met Capture NX. iView is gestopt met MediaPro en ook de partijen die het stokje van hen hebben overgenomen; eerst Microsoft en later Phase One zijn er mee gestopt. Blijft Lightroom als enige over? Denk vanaf het begin af aan na over een exit strategie.

De vanuit beheeroogpunt belangrijkste functionaliteit van Ligthroom blijft na de evaluatieperiode gewoon werken!

Augustus:
Beschrijving van een efficiënte workflow

September:
De voor- en nadelen tegen elkaar afgezet

Oktober:
Ondanks de moderne techniek is er toch nog wel verbetering mogelijk om ‘echte’ locatiegegevens als plaatsnamen batchgewijs aan foto’s toe te voegen.

November:
Hoewel LR is gemaakt met als uitgangspunt een enkele catalogus kunnen er redenen zijn om toch voor meer catalogi te kiezen.

December:
Uitleg over XMP en hoe je het concreet kunt gebruiken

maandag 1 december 2014

XMP en Lightroom


Lightroom slaat niet alle wijzigingen, die je op een foto hebt aangebracht, in XMP op en dat is goed om je te realiseren wanneer je daar toch eens gebruik van wilt maken.

XMP, wat is dat?

XMP is een ISO standaard en het staat voor Extensible Metadata Platform. Het wordt gebruikt om de wijzigingen in op te slaan die je op een foto aanbrengt. Het is bedacht voor RAW bestanden. Omdat die specifiek zijn voor een bepaald merk en zelfs tot aan bepaalde types fotocamera’s toe is het nogal risicovol om wijzigingen rechtstreeks in de foto aan te brengen. Dit risico is het grootst voor de niet-camera fabrikanten zoals Adobe.

Om dus te voorkomen dat een applicatie het RAW foto bestand hoeft te wijzigen worden de wijzigingen als eerste opgeslagen in de Lightroom catalogus zelf. Ook kun je er voor zorgen dat ze buiten Lightroom worden opgeslagen in zogenaamde XMP bestanden, ook wel sidecarfiles genoemd.

Dit is een bestand met dezelfde naam als de foto maar dan met de extensie XMP. Het programma (naast Lightroom doen andere fotobeheerapplicaties dit ook) maakt dit bestand zelf aan en zet hem in dezelfde directory naast het RAW bestand:


Lightroom maakt echter niet standaard XMP sidecar bestanden aan. Zoals gezegd slaat Lightroom default zelf de wijzigingen in zijn eigen database op. Opslaan in XMP is dus een handmatige actie, klik rechts en kies voor Metagegevens/Metagegevens opslaan in bestand:


Sommigen vinden deze optie zelfs zo belangrijk dat ze iedere wijziging automatisch (ook) in XMP doorgevoerd willen hebben en dat kan ook. Vink dan de optie ‘wijzigingen automatisch naar XMP opslaan’ aan in Menu / Lightroom / Catalogusinstellingen:


Van belang is dat foto en XMP sidecare file niet van elkaar gescheiden raken want dan zijn je aanpassingen verdwenen, althans in andere applicaties dan Lightroom. (Omdat die alle wijzigingen ook in zijn eigen database op slaat, weet je nog?)

Ook bij een corrupte Lightroom database (en zonder een goede backup...) zouden XMP’s je kunnen helpen om een deel van je werk weer te reconstrueren naar een nieuwe Lightroom database. Rob Lin heeft daar dit artikel aan gewijd maar mij lijkt dit een beetje onzin. Zorg liever voor een degelijke back-up strategie. Niet alleen voor je foto’s maar dus zeker ook voor je catalogi omdat daar al je beheerwerk in zit.

Een alternatief voor losse XMP bestanden, zoals hierboven geschetst, zijn DNG bestanden. Daarover schreef ik eerder dit artikel. DNG kent veel positieve eigenschappen en een daarvan is dat er een XMP sectie BINNEN het bestand is opgenomen. DNG is dus een soort container die naast de RAW foto informatie aanvullende meta informatie bevat waaronder XMP.  Adobe heeft getracht om de voordelen van de proprietary RAW bestanden met de losse XMP bestanden te combineren in een enkel, open gedocumenteerd bestandsformaat; DNG. 

Hoewel XMP (extern of geïntegreerd) dus erg handig is moet je wel de beperkingen ervan kennen. Voor wanneer je het wilt gebruiken om metadata mee te nemen van de ene werkomgeving naar een andere bijvoorbeeld of wanneer je wilt migreren naar een andere DAM. 

Zaken die Lightroom NIET in XMP opslaat zijn bijvoorbeeld:
  • Bewerkingshistorie 
Hoewel het eindresultaat, of eigenlijk de huidige staat, er wel in wordt opgenomen, worden de tussenstappen niet meegenomen. Deze blijven (net als de volgende punten) alleen in de Lightroom catalogus beschikbaar.
  • Virtuele kopieën 
Virtuele kopieën en de wijzigingen die daarop zijn aangebracht worden niet in de XMP data opgenomen.
  • Vlag informatie 
(met of zonder vlag, in het engels 'Pick flags' genoemd) komt niet mee naar XMP. Voor mijzelf een belangrijke reden om sterwaarderingen te gebruiken. Die informatie komt wel mee naar XMP
  • Verzamelingen, Slimme verzamelingen en groepen 
(In de engelse versie ‘ Collections and stacks’) worden niet in de XMP opgenomen. Wanneer het belangrijk is dat deze informatie naar een andere of nieuwe catalogus wordt overgebracht dan kan dat via ‘export als catalogus’ in de broncatalogus en ‘import catalogus’ in de doelcatalogus. Een enkele ‘drager’ foto in de broncatalogus is daarvoor overigens voldoende.

  • Trefwoorden, Copyrightgegevens, EXIF data, Ontwikkelaanpassingen en momentopnames (snapshots) 
Deze komen WEL in XMP sidecar (of in de XMP sectie van een DNG) terecht. Maak je dus gebruik van alleen deze gegevens dan is XMP prima bruikbaar om data over te brengen van de ene toepassing naar de andere. 

Blijf je Lightroom voorlopig gebruiken en wil je de gegevens naar een andere Lightroom catalogus overbrengen dan kun je daarvoor het beste de optie gebruiken waarmee je een catalogus kunt exporteren uit de broncatalogus en daarna weer importeren in de doelcatalogus. Dan weet je zeker dat alles meekomt.

Ben je je aan het oriënteren om te migreren van het ene naar het andere platform dan is XMP daar zeker een goed instrument bij. Experimenteer dan vooral uitgebreid met een set testbestanden om te zien hoe je zo veel mogelijk van je werk van de oude naar de nieuwe fotobeheer omgeving mee kunt krijgen.


vrijdag 14 november 2014

Een of meerdere Lightroom catalogi?




Veel fotografen worstelen met deze vraag en Adobe adviseert om in principe een enkele mastercatalogus te gebruiken. Ook veel fotografen hanteren deze visie.

Toch is het mogelijk om er verschillende catalogi er op na te houden en er bestaan ook diverse argumenten voor. Peter Krogh schreef er zelfs een heel boek over (zie ook mijn review over zijn ‘Multi-Catalog Workflow with Lightroom 5’ ). Het feit dat zo'n boek bestaat toont op zijn minst aan dat er blijkbaar behoefte bestaat aan meerdere catalogi.

Adobe heeft Lightroom ontworpen met als uitgangspunt een enkele catalogus. Je kunt al je foto’s prima beheren in een enkele catalogus, er is in principe geen limiet voor wat betreft het aantal foto’s. 

Daar komt bij dat er wel belangrijke nadelen zijn aan het gebruik van meerdere catalogi. Zo kun je slechts 1 catalogus tegelijk doorzoeken op bijvoorbeeld trefwoorden. Zoek je dus een bepaalde foto dan is het mogelijk dat je meerdere catalogi achter elkaar moet doorzoeken.

Nog meer nadelen van multiple catalogus strategie zijn:
  • Je kunt maar 1 catalogus tegelijk open hebben. Wil je een andere catalogus bekijken dan ben je verplicht de catalogus die je op dat moment open hebt staan eerst af te sluiten
  • Iedere catalogus heeft zijn eigen lijst met Keywords (trefwoorden). Die kun je overigens wel exporteren vanuit de ene catalogus en importeren in een andere
  • Administratie rondom meerdere catalogi; wat, waar, e.d. Je zult dit moeten bijhouden
  • Je kunt de gezondheid van je bestanden door Lightroom laten controleren (DNG Validatie) maar dit werkt alleen voor de huidig geopende catalogus. Heb je er 10 dan zijn dat dus 30 handelingen (10 x catalogus openen / DNG valideren / Catalogus sluiten)
  • De preview settings zijn catalogus specifiek. Dat wil dus zeggen dat je die voor al je catalogi afzonderlijk zult moeten instellen. Verander je een keer iets dan is de kans groot dat je dit ook zo voor je andere catalogi wilt instellen
  • Verzamelingen (en slimme verzamelingen) zijn catalogus specifiek. Je moet ze dus voor iedere catalogus afzonderlijk maken en bijhouden
Bij mijn oriëntatie op de overgang van mijn huidige DAM systeem, Expression Media, naar Lightroom heb ik me de afgelopen tijd stevig in deze materie verdiept. Momenteel gebruik ik namelijk wel meerdere catalogi. Vooral omdat EM limieten kent voor wat betreft het aantal media items dat je er in kunt beheren en hoe groot of de database mag worden (respectievelijk 128.000 items en 2 Gb).

Expression Media heeft bovendien als voordeel boven Lightroom (een van de weinige overigens...) dat je WEL meerdere catalogi tegelijk open kunt hebben en dat je die ook tegelijk kunt doorzoeken op trefwoorden.

Momenteel heb ik dus meerdere catalogi, te weten zeven:
  • Archief Origineel
  • Archief Afgeleid
  • Archief Afgeleid DiaScans
  • Archief Afgeleid Negatiefscans
  • Archief Andermans Werk
  • Mijn Afbeeldingen
  • En nog wat projectcatalogi
In Archief Origineel zitten al mijn originele RAW bestanden (als DNG’s), feitelijk mijn voornaamste catalogus dus.

De drie catalogi die beginnen met Archief_Afgeleid bevatten geen oorspronkelijk bronmateriaal, net zoals de naam al suggereert. In twee gevallen is het duidelijk; de scans van mijn dia’s en negatieven. De derde is wat minder duidelijk. In de beginperiode maakte ik JPG bestanden van al mijn DNG’s. Dat waren tenslotte de bestanden waar ik daadwerkelijk iets mee kon. Op mijn website zetten, delen met anderen, een fotoalbum maken, etc. Tegenwoordig maak ik alleen JPG’s op het moment dat ik ze ergens voor nodig heb maar bewaar ik ze daarna niet. De enige afgeleide bestanden die ik tegenwoordig krijg, zijn (Photoshop) bewerkingen van mijn originelen. Dan ontstaat er een nieuw bestand (meestal TIF) en die bewaar ik uiteraard wel omdat er werk in heeft gezeten. De JPG die ik daar dan (eventueel) weer van maak bewaar ik dan overigens weer niet. Die is met 1 druk op de knop weer opnieuw te genereren wanneer ik hem nog eens nodig heb. Mijn Archief Afgeleid groeit dus niet meer zo hard als in het begin en de drie ‘ Afgeleide’  catalogi zou ik dan ook prima tot een enkele archief kunnen samenvoegen.

In Archief Andermans Werk zit, zoals de naam al aangeeft, geen eigen werk. Volgens mij een hele legitieme reden om het in een aparte catalogus onder te brengen hoewel ik in de praktijk daar al wel eens ‘last’ van heb gehad.
Bij een opdracht of situatie waarin je met meerdere fotografen werkt en je de foto’s in een gezamenlijk resultaat wilt presenteren (webpagina, fotoalbum o.i.d) is het gemakkelijk dat je de foto’s ook in 1 verzameling (Lightroom) of Catalogset (EM) kunt beheren. Toch denk ik niet dat ik mijn werk wil mixen met werk van anderen en ik zal hier dan ook een afzonderlijke catalogus voor aanhouden.

Voor wat betreft ‘Mijn afbeeldingen’, dat is een rommeltje van allerhande plaatjes van verschillende bronnen. Ik geloof dat ik die maar helemaal laat vervallen.  De enige foto’s die ik hier wil bewaren (en beheren) zijn die uit m’n telefoon maar die kan ik wel in een andere catalogus onderbrengen.

Ook de projectcatalogi hoef ik niet naar Lightroom over te zetten. Die waren tenslotte alleen maar tijdelijk en zijn na hun gebruik overgeheveld naar de master catalogus. In de toekomst sluit ik niet uit dat ik, om bijvoorbeeld performance redenen, toch weer gebruik van projectcatalogi ga maken. Echter wanneer die klaar zijn zullen ze ook weer opgaan in de Master catalogus.

Op dit moment zie ik dus 3 catalogi in Lightroom waarheen ik mijn huidig materiaal moet gaan migreren:
  1. Origineel werk
  2. Afgeleid werk
  3. Andermans werk

De volgende stap is hoe ik mijn organisatie in Expression Media met ‘Catalog sets’ om kan zetten naar (slimme) ‘verzamelingen’ in Lightroom maar daar heb ik al wat ideeën voor. Daarover een volgende keer meer.